zaterdag 25 augustus 2012

Parijs of het Plastic Paradijs

Ik heb het gedaan, vraag me niet waarom. Eén keer… ik was nieuwsgierig, wilde het eens doen: Een dagje Eurodisney met mijn kinderen van 16 en 14.

Met ontelbaar veel mensen wandelden we door prachtige decors die met veel oog voor detail gebouwd zijn en waar ik zonder die mensenmenigte wellicht heel graag doorheen gewandeld had. Stromen mensen met volgepropte buggy’s, Mickeyoren op volwassen hoofden, stevige prinsesjes in te krappe Sneeuwwitje jurkjes, zelfs tattoos van Mickey op harige mannenkuiten. Uit onzichtbare luidsprekers klonk spannende filmmuziek. Alsof er iets stond te gebeuren. Ach, bedacht ik, de kinderen genieten van de spannende achtbanen. Ik ga mensen kijken op een bankje en we hebben vast een lekkere dag. Hmm…
Twee attracties zijn het geworden, wachttijd 80 minuten per attractie. In het karretje zitten en genieten van de sensatie: 3 minuten maximaal. Gelukkig scheen de zon en waren er bankjes. Bomvolle bankjes, waarbij je te dicht tegen een onbekende aan moest schurken om te ‘genieten’ van het sfeervolle park en haar etende mensen. Mijmeren lukte niet zo goed. Overal klonk die spannende muziek: Alsof je in een film terecht was gekomen en er zo een bandiet uit de struiken kon springen. Overal mensen, rijen dik. Wachtend. Op één minuutje adrenaline.
Rond half 4 trok ik het niet meer. Gelukkig waren mijn kinderen het met me eens. In lange rijen de dag doorbrengen voor een klein beetje sensatie, liever niet,  wij gingen terug naar Parijs.
We stapten uit vlak bij de Eiffeltoren. De zon ging al onder. Toeterende auto’s, levendige gesprekken. Een groep mensen had zich verzameld om naar balletje-balletje te kijken. Wij keken van een afstandje en probeerden in te schatten welke mensen bij het spel hoorden. Er kwam flink geld uit portemonnees. Ineens van drie kanten politie. Razendsnel pakten de mensen hun boeltje op en verdwenen in alle richtingen. Wij volgden de drie waarvan wij samenwerking vermoedden. En ja hoor, een heel stuk verder op kwamen ze alle drie tevoorschijn en liepen een kroeg in. De agenten liepen nog wat op en neer met hun walkie talkies en stapten uiteindelijk weer in hun auto’s. Geen plastic decor, geen bombastische filmmuziek. Gewoon Parijs met een handje vol toeristen, een ondergaand zonnetje en wij.
Geef mij maar het echte leven! Even schoot de Ikea-stem door mijn hoofd: “Wilma, 46, wil opgehaald worden uit het Kinderparadijs”. En ik dacht: Niks niet paradijs, geef mij maar gewoon levendig Parijs.
©Wilma van Esch