donderdag 28 maart 2013

Ik heb dat tedere gevoel - Hotter than my daughter

Terwijl de koorts wegebt, zit ik nog wat zombie-achtig op de bank. Lezen lukt niet. TV-kijken wel. Een stem uit mijn jeugd spreekt me vermanend toe, maar niemand die me ziet. ‘Mag best’, zeg ik hardop tegen niemand, ‘ik ben nog een beetje ziek’.

Ik kijk een programma wat ik nog nooit heb gezien ‘Hotter than my daughter’ met een geitende, grappen en grollende Gordon die zich de tranen in zijn broek lacht om vrouwen die aangemeld zijn door hun dochter. Zou het komen doordat ik net ziek ben geweest, of dat ik tijd heb om na te denken. Ik word geraakt door dit tv-programma. Zie vrouwen van 50, 60 jaar die zich uitdagend sexy en soms ook wel foeilelijk kleden. Die zich willen laten zien, paal dansend in de kroeg staan, in een minirok met rijglaarzen de kleinkinderen uit school ophalen met een blik van ‘niemand maakt mij wat’.
Het is niet zomaar aandacht willen, het blijkt altijd een reactie ergens op. Dat schemert door in de korte scènes waarin Gordon zijn arm om hen heen slaat en hen ‘heerlijke wereldwijven’ noemt of gewoon ‘lieverd’.  Terloops, in een paar regels sijpelt een verdrietig verleden door. Nu geen tranen meer, het is gewoon een stoere keuze. De verhalen lijken op elkaar; “Ik laat me niet meer de les lezen, ik kies voor mezelf. Ik heb lak aan de wereld, ik laat me zien. NU IK! ”.  
Ik snap de dochters, de moeders, de zussen, de mensen die zich schamen. De mensen die het graag minder opvallend willen, die zouden willen dat moeder, oma of zus gewoon in de pas loopt. Maar dat doet ze nou net niet. Gewoon omdat het leven teveel zeer heeft gedaan, omdat ze een keuze heeft gemaakt, omdat ze gezien wil worden en dat gewoon doet. Gordon doet hen even nette kleren aan, lippenstiftje, kapseltje. De familie en vrienden applaudisseren ‘O, wat ben je mooi!’.  Het programma is geslaagd. Voor mij is de fascinatie begonnen. Hoe gaat het met hen na een paar weken? Durven deze vrouwen nog lak aan de wereld te hebben? Zouden er gesprekken op gang komen? Begrijpend of veroordelend? Zou ze anders in de wereld staan?
De TV gaat uit, ik kijk even in de spiegel. De koorts maakte me op een andere manier even meer verhit, zeg hotter, maar ik geloof niet dat mijn dochter me ooit zal aanmelden. Bepaald niet very hot, zeker niet zo uitziekend in een joggingpak. Ik heb de behoefte niet, noch het lef. Lang leve deze vrouwen met lef, de vrouwen die dansen op de bar, die tattoo’s laten zetten gewoon omdat ze dat mooi vinden en waar van gehouden wordt omdat hun dochters, zussen, moeders en vriendinnen snappen waarom ze doen wat ze doen: Zichzelf laten zien omdat ze gezien mogen worden! Zelfs al zie je net wat teveel…
Herman van Veen 'Dat Tedere Gevoel' http://www.youtube.com/watch?v=je2ZaLQMBZA
©Wilma van Esch

vrijdag 8 maart 2013

Verzinseltjes

Toen mijn kinderen peuters, later kleuters waren, woonden we in een huis wat grensde aan een park. Vanuit de hoogslaper op de kinderkamer keken we voor het slapengaan naar een enorme boom, onze duivenboom. Als we heel goed keken zagen we de twee kabouters die daar met de duiven woonden. Kabouters die iedere dag opnieuw avonturen beleefden. We moesten altijd even heel stil zijn voor we de verhaaltjes hoorden. Soms vlogen de kabouters op de rug van een duif weg. Heel soms waagden de kabouters zich in onze tuin en in ons huis. Verder dan de huiskamer of de serre kwamen ze niet. Hun wereld was buiten, echt ontmoeten dat deden we niet. Ik herinner deze vlak voor het slapengaan momenten als sfeervolle, liefdevolle momenten waarbij de inspiratie als vanzelf kwam. Heel vaak beleefden de kabouters dingen waar wij die dag ook mee te maken hadden gehad. Soms ook niet, en hoopten we dat we een keertje mee zouden mogen vliegen, op de ruggen van de duiven. In ieder jaargetijde liep het verhaal door, tot we gingen verhuizen. En de duivenboom achter moesten laten bij de nieuwe mensen in ons huis. We hoopten dat de kabouters en duiven ons misten zoals wij hen misten.  

Toen ik startte als leerkracht, heel lang geleden, maakte ik wekelijks een uitgebreide bordtekening. Ik tekende draken, tovenaars, kabouters, trollen, ieder week weer iets nieuws. Het kostte veel tijd, die tekeningen maken, maar wat leverde het veel op. De tekening leefde. De tekening liet ons fantaseren. Dagelijks verzonnen we verder aan ons verhaal. De klas dacht dat ik het vertelde, maar zo was het niet. Ik vertelde, luisterde en keek naar de kinderen en verzon verder op hun aanwijzingen. In de bordtekening veranderde telkens een beetje, soms heel veel, de prent leefde, onze fantasie vermengde zich. We keken dagelijks met elkaar uit naar het spannende vervolg, en niemand wist hoe het de dag erna zou zijn.

Het magische verzinnen, fantaseren, met elkaar beleven en ondergaan is voor mij één van de mooiste kwaliteiten van de interactie met (jonge) kinderen. Ze gaan mee in een verhaal, zien werkelijk kabouters lopen, draken op de kast en pratend behang. Een betoverende fase. ’s Ochtends in het grote bed fantaseren dat het bed kan vliegen, dat we samen op avontuur gaan, zomaar het raam uit, vliegend naar een bijzonder eiland. Even voor het ontbijt. Dat ging vanzelf.

Ik bedenk me dat het eigenlijk nooit is overgegaan, die verzinseltjes. Op het terrein naast onze Pabo is een hondenuitlaatveldje. Op het veldje staat een bizarre verzameling afgedankte lantaarnpalen. Geen idee waarom ze er staan. Ze zien er niet meer fraai uit, ik geloof niet dat er ooit eentje weer ergens zijn openbare plicht zal gaan vervullen.  Dit ‘Lantaarnpalen kerkhof’ prikkelt mijn fantasie.  Af en toe, tussen beleidsstukken en serieuze gesprekken door, komen ze tot leven, pochen ze over de tijd dat ze nog werkten, kijken ze binnen bij de Pabo en bespreken ze de kwaliteiten van onze docenten en studenten. Eventjes maar. Dan richt ik  me weer op de serieuze taak waarvoor ik ben aangenomen. Het leiden van een Pabo. Waar studenten zich ontwikkelen tot start bekwame leerkrachten. Het is geen onderdeel van ons curriculum: we meten geen creativiteitsfactor, beoordelen geen beroepssituatie gericht op verzinselen, noch een fantaseercompetentie. We waarderen het ook niet wanneer ze hun essay of producten bij elkaar verzinselen, maar o, wat gun ik het de kinderen waar ze mee gaan werken dat zij die verzinselkwaliteiten hebben en benutten. Dat zij met kinderen op drakenjacht gaan, beren zien in wolken en sterrenstof door de klas zien dwarrelen. Gewoon, omdat het kan, gewoon omdat het mag…

© Wilma