zondag 11 september 2011

Voor een bijzonder kind

Beste Michiel,

Toen ik jou voor het eerst zag, moest ik denken aan een vogeltje wat te vroeg uit zijn nest was gevallen. Je zag er broos en kwetsbaar uit. Te teer om aan te raken. Vanachter brillenglazen onder blonde lokken keek je me aan. Jouw moeder was er bij, en zonder woorden vertrok zich in enkele ogenblikken de overdracht. Van hart tot hart. Ze vertelde dat je het niet fijn had gehad op je vorige school, in groep 3. En dat je heel slim was, je kon al volop lezen. Schrijven ging wat moeizamer, je fijne motoriek wilde nog niet zo mee. Ik durfde je niet aan te raken, volgde je blik. Naast de kring stond een houten bouwwerk. In het bouwwerk was onze huishoek, er boven op een bouwhoek met klein bouwmateriaal. Tussen de spijlen door kon je de hele klas overzien. Vragende blik naar mij, bevestigende blik terug en dat was jouw start: Je ging direct aan het bouwen met de blokken. Jij in het midden, het gebouw ontstond om je heen.

Groep 2/3 ging in de kring, zoals iedere ochtend. Jij niet. Vragende blik vanaf je uitkijktoren, bevestigende blik van mij. We zaten zo dat we elkaar precies konden zien. Jij ging bouwen en ik zag dat je meeluisterde, ik ging het kringgesprek aan met je nieuwe klasgenoten en keek af en toe naar jou.
Samen met je moeder sprak ik over je, toen jij er niet bij was. Je moeder gaf me je handelingsplan: Geef hem de ruimte, laat hem zelf komen, maar alsjeblieft: Zie hem. We stemden af dat ik voorlopig geen druk op jou zou uitoefenen, maar je wel heel voorzichtig zou proberen te betrekken bij de groep en het onderwijsproces. En dat jouw moeder en ik elkaar veel zouden spreken en elkaar op de hoogte zouden houden van hoe het met je ging, thuis en op school.

Het duurde een maand, Michiel. Op een mensenleven is dat niets, in een lespraktijk is dat onmetelijk lang. Ik wist dat je slim genoeg was, en dat je zou komen als het zover was. Op jouw uitkijktoren zag ik je veranderen. Je bouwde dagelijks dezelfde muur om je heen, maar keek steeds vaker gewoon in de kring beneden en glimlachte als er iets grappigs gebeurde. Op een dag ging je niet bouwen, maar ging je met je benen naar beneden gericht op de trap zitten. Een dag later zat je halverwege de trap en op een ochtend zat je gewoon naast me in de kring!
In jouw veilige domein legde ik spullen neer, als je weg was. Ik probeerde het met boeken, en dat werkte. Eerst bouwde je je fort en dan ging je in de boeken kijken die ik had neergelegd. De legoletters waren helemaal super. Je beleefde de thema’s van de klas in jouw hoek en ontdekte dat je met de legoletters een verhaal kon maken. Dat duurde enorm lang, maar jouw doorzettingsvermogen was groot. Ik kopieerde je teksten en hing ze op. Je klasgenoten vonden jouw verhalen mooi!

Ik vraag me wel eens af, Michiel: Als ik in deze tijd juf zou zijn en jij kwam in mijn klas, of we het dan op deze manier hadden mogen doen. Waarschijnlijk niet. Waarschijnlijk moest jij eerst goed bekeken worden, zodat we een goed beeld hadden van jouw beginsituatie en niveau. En dan moest ik in een individueel plan voor een poos vooruit bedenken wat jij iedere dag zou moeten doen, zodat je ontwikkeling vlotter zou verlopen.
Ik ben zo blij dat wij elkaar op een ander moment hebben mogen ontmoeten. Dat jij een moeder had die mij vertrouwde en samen met mij op zoek ging naar het beste voor jou. En ik ben je heel dankbaar voor wat je me hebt geleerd. Dat je mijn pogingen om jou meer betrokken te krijgen oppikte. Iedere dag weer, dat gaf me moed en maakte me vindingrijk. Geen idee hoe het nu met je is, waar je bent, wat je doet. Ik schat in dat de wereld toch wel een heel spannend domein voor je zal zijn, ook nu je volwassen bent. Maar dank je wel, dat ik met jou heb mogen leren en groeien.

Wilma

© Wilma van Esch

1 opmerking:

  1. Marjan Spoor (korein)28 november 2011 om 19:18

    Heb je niet de neiging om eens echt uit te zoeken hoe het met hem is, waar hij is en wat hij doet? Hoe zou het met zijn moeder zijn , zou zij nog andere mensen helfde vertrouwen gegeven hebben en hebben deze mensen het vertrouwen (niet)beschaamd?

    BeantwoordenVerwijderen