vrijdag 6 september 2013

Met milde ogen

Als de dood van een geliefde niet meer zo rauw is dat het pijn doet, lukt het vaak gemakkelijker terug te kijken op het leven dat je ooit samen leidde. Dan lukt het om te glimlachen om  de onbenullige kleine dingen waar je je aan irriteerde of die je zelfs nauwelijks kon verdragen. Dan bedenk je dat je sommige dingen best had kunnen zeggen, dat dat waarschijnlijk wel wat doorbroken had. Of dat je gewoon de keuze had om bepaalde dingen niet aan te gaan, al voelde je dat toen niet zo.
Het lijkt alsof je naar mate de tijd verstrijkt meer met milde ogen kunt terugkijken.  Naar dat wat was. Zou je dingen anders hebben gedaan met elkaar als je wist dat het nog maar zo kort zou duren? Terugkijkend komt de relativering en de mogelijk ook de glimlach om dat wat ooit belangrijk leek, maar het totaal niet was. De grote relativering. Bij mij althans.

Wanneer ik naar mensen luister als het gaat over hun werk, dan hoor ik vaak de irritaties, onduidelijkheden, onmogelijkheden, irritante collega’s. Klein, groot, zeer divers, maar wel behoorlijk bepalend voor hun gemoedstoestand en werkplezier.
Op weg naar huis van weer zo’n gesprek bedacht ik: Stel, daar waar jij nu werkt is er morgen ineens niet meer. Bedenk een ramp: faillissement, brand, je wordt ontslagen. Het is over.
En stel: Je bent zo’n vijf jaar verder en de rauwe pijn, frustratie of teleurstelling van het verloren gaan van je werkplek is gesleten.
Je kijkt terug  en  visualiseert hoe je er anno nu bijzat: Wanneer had je lol met collega’s, waarover, waar? Waar was je trots op? Wat lukte bijzonder goed? En wat mis je eigenlijk het meeste, als je zo’n vijf jaar later met milde ogen terugkijkt? Heb je het voor ogen?

Goed. We zijn weer in het nu. Je hebt mazzel, je werkplek is er nog. Je mag maandag gewoon weer naar je werk: Gelukkig geen faillissement, brand, ontslag of een andere ramp. Iedereen is er nog en je mag weer met hen aan de slag. Waar zou je je niet meer zo druk om hoeven maken, omdat het over vijf jaar helemaal niet meer relevant is? Waar hoef je geen energie in te steken omdat het niet telt? Welke collega’s zoek je op omdat je het met hen zo plezierig hebt? Waar ga je vol gas voor, omdat het je zoveel geeft?

Mocht je denkoefening volledig in negativiteit eindigen: Mooi, dan weet je dat het goed is om te gaan rondkijken of solliciteren.

Mocht je je realiseren hoe weinig waardevol het gekift, het ongemak, de frustraties en irritaties  zijn en mocht je je realiseren dat dat van voorbijgaande aard is, zou het dan mogelijk zijn om de keuze te maken om nu daarmee te stoppen? Gewoon per direct? En je alleen maar te focussen op de lol, het plezier, de goed gelukte dingen en de redenen waarom je van je werk houdt? 

Ik ben alweer thuis, parkeer de auto en begroet het thuisfront. Met milde ogen... maandag mag ik weer.

© Wilma van Esch

Geen opmerkingen:

Een reactie posten