zaterdag 25 juni 2011

Kinderen, brrr... echt niet!

Lydie, studente Toegepaste Psychologie, heeft al aardig wat werk- en studeerplekken achter de rug. Om haar heen beginnen vriendinnen na te denken over kinderen krijgen, ze ziet mensen veranderen en bekijkt dit deel van de mensheid met afschuw. Kinderen! In een vurig betoog om haar beginsituatie voor de minor Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling te duiden, begint ze al haar vooroordelen en aannames te spuien. Pagina’s lang: Ze zijn vies, knoeierig. Onaangepast. Huilen om alles. Trekken alle aandacht naar zich toe. Verpesten de sfeer in restaurants en winkels en zo gaat het nog heel ver door.  “Gek he?’, zegt ze, “Eigenlijk voel ik ook wel dat dit niet klopt, maar het wordt me echt altijd en overal bevestigd”.
Ze besluit zich tijdens deze minor te gaan verdiepen in kinderen, in opvoedingsliteratuur en mee te gaan draaien op kinderdagverblijven of peuterspeelzalen. Door het lezen gebeurt er nog niets, door het zoeken naar een stageplek groeit de frustratie. Ze kan nergens terecht. In al haar eerlijkheid en openheid vertelt ze op de gekozen plekken wat ze wil met haar onderzoek. Het is bijna komisch, natuurlijk wil niemand een stagiaire die op die manier meedraait! Ten einde raad bedenkt ze zich dat ook zij ooit kind is geweest en neemt contact op met haar kleuterjuf, die nog steeds een kleutergroep draait. En die juf ziet het wel zitten, dat haar oud-leerlinge een weekje mee komt draaien. Lydie bereidt zich goed voor,  en kiest voor ‘wetenschappelijke’ observaties: Haarscherpe beschrijvingen, mooie foto’s. Alleen zijn de te observeren objecten enorm benieuwd naar haar, noemen haar direct ‘juf’ en betrekken haar bij hun werk en hun wereld. Op afstand blijven lukt niet. Lydie wordt meegezogen in de wereld van jonge kinderen en hun verwondering.

Haar eindpresentatie bestaat uit een prachtige fotoreeks, waarbij ze de kinderen van groep ½ minutieus in beeld brengt. Alsof ze een onbekende diersoort bestudeert heeft in al hun patronen. Een ontdekkingsreis waarbij ze uniciteit ontdekt heeft, veerkracht, zelfstandigheid en het vermogen om te leren. Een van de sleutelervaringen is een kind wat graag wil knippen en dat nog niet kan. Hij vraagt hulp aan Lydie, waarbij zij zich afvraagt of ze in de maling genomen wordt. ‘Hoezo, kan jij niet knippen?’ Als ze zich realiseert dat dit een serieuze vraag is, bedenkt ze zich dat ze eigenlijk niet eens meer weet hoe je moet leren knippen en samen met het kind gaat ze het proberen. “Ik heb iets bijgedragen aan de ontwikkeling van dit kind, dat heb ik nog nooit zo gevoeld!”

Haar slotconclusie is niet dat ze nu kinderen wil en ze weet ook zeker dat ze binnen haar toekomstig beroep geen kinderpsycholoog wil worden. Processen van volwassenen boeien haar meer. Maar ze is aangenaam verrast dat de wereld die ze zo verafschuwde niet waar bleek te zijn. Haar grote inzicht is vooral je niet verschuilen in de comfortzone van je allergie, maar je verdiepen en het echt aangaan.


Dit praktijkvoorbeeld is afkomstig uit het artikel 'Contractwerk in het HBO' wat te vinden is op http://www.wilmavanesch.nl/artikelen/ Het beschrijft de Fontysminor PPO die jarenlang in Eindhoven en Tilburg is uitgevoerd.

© Wilma van Esch
Fontys Pabo Eindhoven

Geen opmerkingen:

Een reactie posten