Onlangs
trok iemand de vergelijking naar het klimaat en de atmosfeer op school. Dat zette
me aan het denken. Het weer kun je redelijk voorspellen, je kunt verklaren
waarom er hoge en lagedrukgebieden zijn, waardoor een klimaat verandert, wat de
effecten zijn van de ligging, van zee, bergen en kale vlaktes. De gemiddelde
mens verdiept zich daar niet zo in, neemt het weer hoe het komt, kijkt op
buienradar.nl, klaagt of is tevreden en past zich erop aan. Boeren kijken wel beter,
omdat zij weten dat hun gewassen aanpassingen nodig hebben bijvoorbeeld bij te
lange droogte of langdurige regenval. Maar ook zij weten dat het weer niet
veranderbaar is, dat het komt zoals het komt. En dat je daar je werk op af kunt
stemmen, niet de groei van je gewassen.
En dan school.
Iedereen die met kinderen en mensen werkt, herkent dat er een bepaald klimaat
en een bepaalde sfeer heerst. Daar hoef
je geen ras-observator voor te zijn. Dat
voel je direct. Je herkent dat er seizoenen zijn, dat het soms zonovergoten
genieten is, dat regenbuien komen, maar ook weer over gaan, dat na een
broeierige periode een onweersbui als zeer verfrissend ervaren kan worden. Dat dat de dynamiek van samenleven is.
Hoe ga je
daarmee om? Ga je onderzoeken waarom het zo is? Of ga je mee in de
omstandigheden? Bij ijzige kou is het heerlijk bij elkaar te kruipen, dikke
dekens en een warm vuur. Als de zon schijnt, kun je erop uit, lijkt de wereld
opener. Hoe doe jij dat? Hoe reageer jij
op het klimaat in je klas of team? Aanvaard je wat is? Pas je je aan, aan de
omstandigheden?
Het is mooi
dat er instanties zijn als buienradar en het KNMI, zodat je kunt kijken of dat wat
je van plan was in het water valt, of dat je wellicht met regenjassen en
paraplu’s door de plassen kunt dansen. Het is mooi dat er deskundigen zijn die jou
oorzaak en gevolg kunnen uitleggen, waarom de sfeer zou kunnen zijn zoals hij
is. Maar wat heb jij werkelijk nodig op een school, in je team of je klas?
Ik laat me
graag inspireren door de boeren: Weten
dat het gaat zoals het gaat. Weten dat je in een bepaald gebied woont, wat
invloed heeft op wat is. Beseffen dat jouw cirkel van invloed ligt in het goed
observeren, met al je zintuigen. Ruiken,
voelen, zien wat het weer doet. Daarvoor gevoelig worden. En dan je daarop aanpassen, qua kleding, qua
werk en ook bij tijd en wijle weten dat je niet anders kunt dan rusten bij de
haard en wachten tot er andere tijden aanbreken.
Je kunt
nadenken over jezelf: Ben ik optimaal in alle seizoenen? Wat heb ik nodig om me
goed te voelen? Geniet je van alle seizoenen of kies je liever voor
overwinteren op een andere plek? Moet voor jou de verwarming hoger in de
winter? Da’s goed om te weten, het weer
verandert er niet door, wij wel…
© Wilma van
Esch
Treffend
BeantwoordenVerwijderen