zondag 6 mei 2012

Ik wil dus écht niet opvallen!

Ze kwam als laatste de sportzaal binnen, er was nog één fiets vrij. Vooraan.
Ze torste haar zware lichaam en een flesje water tussen de fietsen door en bleef staan voor de laatste fiets. ‘Ja’, sprak ze luid tot niemand in het bijzonder, ‘hier ga ik dus écht niet zitten, vooraan’.
Met een boze blik keek ze rond, naar alle fietsers die al aan het warmtrappen waren.
‘Echt niet!’
De instructrice, startklaar, vroeg haar door de microfoon wat het probleem was.
‘Ik ga dus écht niet vooraan zitten!’
‘Wat is je probleem?’ ‘Ik houd er niet van om op te vallen! Ik wil écht niet vooraan…’

Inmiddels waren veel blikken op haar gericht. We waren al zo’n tien minuten aan het warm fietsen. Morrend zette ze de zadel en het stuur op de juiste hoogte, sjorde zich op de fiets en ging al mopperend aan het fietsen. Naar niemand in het bijzonder, een onverstaanbare monoloog.
Halverwege de les informeerde de instructrice nog eens, door de microfoon ‘Valt best mee, toch?’
‘Nee’, bromde de vrouw  ‘helemaal niet, ik vind het verschrikkelijk vooraan’. 

Tijdens de les worden allerlei koetjes-en-kalfjes-vragen door de microfoon de zaal ingeroepen. ‘Wie gaat er vanmiddag naar dat evenement?’ Blij stak de vrouw haar arm in de lucht, als enige. ‘Ik!’ De instructrice keek net de andere kant op de zaal in, stelde de muziek bij en riep ‘O, niemand dus. Ach, het is wel leuk hoor!’. De vrouw hield het nog een tijdje vol,  zwaaide haar arm op en neer, en liet hem toen zakken en fietste verder… ongezien. 

Pijnlijk, grappig, herkenbaar? Als je niet vooraan wilt zitten, zijn er volop opties: Eerder komen. Iemand vragen om te ruilen. De zaal uitlopen en een andere keer sporten. Als je niet wilt opvallen, kun je je lot ondergaan en daar niet zo’n reuring van maken. En toch koos ze daar niet voor.

Ik schrijf dit niet om haar te veroordelen of te bespotten, maar om dit wonderlijke fenomeen te beschrijven: Het tegengestelde roepen van wat je mogelijk wilt. Alleen op het moment dat het je zelf gebeurt, ben je je er doorgaans niet van bewust.

Ik vraag me alleen af wanneer en hoe ik dit doe? Of jij. Mochten we elkaar ontmoeten op zo’n moment, zeg het me gerust. Maar doe het wel vriendelijk. En als je wilt, maak ik het bij jou ook bespreekbaar. Als je wilt… Volgens mij worden we daar samen wijzer van. 

©Wilma van Esch

Geen opmerkingen:

Een reactie posten