Ik luister naar zijn verhaal, over Polen, over Nederland,
over Pool zijn in Nederland. Over grootvader zijn van twee kleinkinderen die
perfect Nederlands spreken, maar nauwelijks Pools. Over de verschillende
gebieden waar Polen vandaan komen en hoe verschillend de mentaliteiten zijn.
Over verdraagzaamheid, culturele gewoonten enzovoorts.
De regen valt met bakken uit de hemel en weerspiegelde
mijn gevoel. Tot dit gesprek. De zon breekt door. Buiten mij en in mij. We gaan
beiden weer verder met wat we van plan waren. Terwijl ik stapels herinneringen
door mijn handen laat gaan, bedenk ik me hoe het zou zijn om net als hij, op
latere leeftijd als schoonmaker in een hogeschool te werken. Met mensen als ik,
van die drukke, snellopende figuren die altijd bezig zijn. ‘Tot na de vakantie’,
zegt hij, ‘dan spreek ik je graag weer’. ‘Ik ga naar een andere werkplek’, zeg
ik, ‘maar het was fijn jou ontmoet te hebben’. En heb nu al spijt dat ik nooit
eerder tijd heb gemaakt om hem te spreken…
©Wilma van Esch