maandag 19 mei 2014

Aristoteles en inspraak

Maandagmiddag, de laatste bijeenkomst van de kwaliteitsgroep van dit schooljaar. In de kwaliteitsgroep zitten vertegenwoordigers van de verschillende jaargroepen, een docent met als taak kwaliteitszorg en ik, als teamleider pabo Veghel. Ik heb vooraf al een hard hoofd in de opkomst, de zon schijnt. Studenten moeten terugkomen uit minor en stage, het gebouw ademt rust en stilte uit aan het einde van de dag. De koekjes staan klaar, agenda’s zijn geprint. Maar het zal wel niet… 

Onterecht, de groep is op twee na compleet. Ze zitten er klaar voor en ze hebben er zin in. Mijn collega loopt de enquête door en beschouwt de resultaten van de verschillende groepen. Ik ben aangenaam verrast. Wat een verschil met het begin van dit studiejaar. Er wordt toegelicht, uitgewisseld, de getrokken conclusies zijn positief: Er is volop verbetering zichtbaar op de gekozen items: Doelgerichtheid docenten, aantrekkelijke lessen, tijdig en betekenisvolle feedback, helderheid en transparantie in opdrachten. Ja, en er zijn nog processen en relaties die om aandacht vragen, natuurlijk zijn er die. 

Hoe anders was de eerste bijeenkomst. De groep was goed vertegenwoordigd. Iedere vertegenwoordiger had gesprekken gevoerd met de achterban en kwam met een stapeltje klachten, wensen en behoeften naar de vergadering. De sfeer was grimmig, ontevreden en het leek alsof zij met elkaar een podium zochten om een vuist te maken tegen ons.

Eén van mijn ernstige leerpunten is daar zonder oordeel naar te luisteren. Lukt me moeilijk. Daarom startte ik met Aristoteles en het verschil om onderscheid tussen wat veranderbaar en niet veranderbaar is. En de wijsheid het onderscheid te maken tussen die twee. Dus waar we wél en niet op in zouden gaan. Frisdrankautomaat, grotere aula, meer lokalen, afsluitbaar fietsenrek, meer parkeerplaatsen: Niet haalbaar, maar wel uitlegbaar. En natuurlijk open voor nieuwe suggesties. Betrokkenheid in de lessen, aanpassingen in rooster: bespreekbaar, graag zelfs.

Ik hield mijn adem even in. Maar… het werkte. We maakten met elkaar het onderscheid. Tussen veranderbaar en niet veranderbaar. Op grond van cijfers, getallen en eerder gedaan onderzoek kon ik laten zien waarom sommige dingen gewoon niet konden. En met die uitleg was het acceptabel. Studenten gaven in alle redelijkheid aan wat zij graag anders zouden zien, aan beide kanten: docent én studentgedrag. 

We zijn nog geen jaar verder. Docentenfeedback, vergaderingen, studiedagen: De spiegel die we ons voor hebben gehouden was lang niet altijd fijn. Maar gaf en geeft inzicht.

De vergadering vandaag voelde als een cadeautje: Een groep die volgend jaar graag door wil. Een enquête waarin verbetering op vele gebieden zichtbaar wordt. En studenten die mee willen denken.

Ik weet het, er is nog heel veel weg aan de winkel, maar tjonge, wat is medezeggenschap  en échte inspraak toch mooi en van waarde. 

Wilma van Esch
Teamleider FHKE pabo Veghel
Mei 2014