vrijdag 27 april 2018

Samen(?)werken is soms best een kunst


Ooit mocht ik met een groep pabo-studenten deelnemen aan een workshop verzorgd door een mens met ADHD. Hij startte met een mooie werkvorm. Iedereen in de ruimte kreeg een kaartje met een opdracht. Bij een seintje van hem moest je je opdracht gaan uitvoeren. Ik moest de stoelen in de ruimte opstapelen. Bij het startsein gebeurde wat vreemds, iedere keer als ik een stoel stapelde, pakte een ander hem eraf. Iedereen deed wat anders, totale chaos was het effect.  Er werd getrokken aan stoelen, gelachen, geïrriteerd gereageerd. En mensen keken elkaar vol verbazing aan. Toen we de opdrachten gingen vergelijken, bleek dat de een de stoelen in een kring moest plaatsen. De ander in rijtjes, ik dus stapelen. En zo nog meer. Hij gebruikte de metafoor als start van zijn boeiende betoog hoe het is om ADHD te hebben en hoe leerkrachten hiermee om zouden kunnen gaan. Een fijne sessie!

Onlangs was ik in een organisatie die werkt met kinderen. En daar bekroop me ditzelfde gevoel. Iedereen was heel druk bezig zijn opdracht zo goed mogelijk te realiseren. Maar de doelstellingen leken niet afgestemd. Met de beste bedoelingen van de wereld werkten mensen elkaar tegen, omdat ze gefocust waren op hun eigen opdracht. Divisies en afdelingen met eigen deadlines, eigen doelstellingen. Samen werkzaam in diezelfde ruimte, de ruimte van de kinderen, de ruimte van de medewerkers.
Gelukkig werd er niet aan kinderen getrokken (wel aan de medewerkers!), maar er werd ook niet gelachen. Er werd vooral geïrriteerd gereageerd. En niet gepraat of écht geluisterd. De woordenwisseling was gericht op de eigen opdracht.

Wat is het toch jammer dat ik vergeten ben wat het advies van de man met ADHD was… Of was het zo simpel als je realiseren waar je mee bezig bent en samen de dialoog aan gaan. Stilstaan bij de ander. En dan afspreken wat je samen wilt, rijtjes, stapelen of een kring.
Maar vooral je even realiseren waarom je samen in die ruimte bent én dat je een keuze hebt. In gesprek gaan, samenwerken of gewoon lekker naar buiten lopen. Of rustig op een stoeltje gaan zitten en de boel met een glimlach bekijken. Heerlijk, het zootje wat we samen kunnen creëren, gewoon omdat je de opdracht van de man met ADHD heel serieus hebt genomen 😉.

Wilma

zaterdag 21 april 2018

Niet 'ranken' maar denken!


"Oké, jongens, tips en tops",  riep een pabo-student vanuit de zaal toen ik mijn verhaal beëindigde. Een lachsalvo was het gevolg. In een instant-moment drong opnieuw tot me door hoeveel we dit doen. Op de basisschool, op de pabo. Tips en tops. En we noemen het feedback geven.

Het maakt je wellicht een aandachtige consument. Maar dat is niet waar ik mee wil werken, aandachtige consumenten. Ik wil werken met studenten. Ik wil weten wat je raakt, wat je denkt. Waar je het mee eens bent of waar je niks van snapt. Waar het schuurt met wat je meemaakt. Wat je ziet en ontdekt over kinderen.

Jaren terug kwamen mijn kinderen al terug van de basisschool met blaadjes van klasgenoten, opmerkingen over hun performance tijdens de spreekbeurt. Ook weer tips en tops.
Wat leren we onze kinderen? Helpt dit bij een betere performance, gaat het over de performance? Is dat waar je meer skills of zelfvertrouwen van krijgt? Of brengt het meer om inhoudelijk te sparren over het onderwerp van de spreekbeurt. Niet 'Wie heeft er nog vragen?' maar 'Wat wist je nog niet, wat heeft je geraakt?' of 'Herken je het?' en 'Wie wil er nog meer weten?'

'Geen tips en tops, maar wat heeft je geraakt?' wilde ik weten. Wat volgde waren een paar mooie gesprekken. Vooral na het plenaire deel. Verhalen die mij weer raakten. Over de spagaat waar mensen in werken. Over vanuit een visie willen werken in je stageklas, maar geremd worden door een mentor die hele andere ideeën heeft over onderwijs. En niet weten hoe je daar mee om mag en kunt gaan. Over ineens het inzicht hebben dat je al jarenlang aan het vast zwemmen bent in een fuik, dat je je nu ineens realiseert hoe benauwd je je daarin voelt.

Mijn verhalen worden er beter van. Omdat ik me realiseer waar ik op tenen sta en waar ik te kort door de bocht ga. Hoeveel nuances onderwijs en opvoeding kent. En voor mij wordt verhalen vertellen en verhalen delen betekenisvoller. Omdat we samen iets aanraken. Iets waar we trots op zijn, iets waar we onzeker van worden, iets waarvan we soms flink in de war raken, iets waar we energie van krijgen.
Vanuit daar kunnen we met elkaar op zoek naar je eigen verantwoordelijkheid, je eigen mogelijkheden en kansen, en ontdekken waar je stappen kunt en wilt zetten.

Niet ranken, maar denken. Geen consument maar een student. Ons leven lang van en met elkaar leren. Zoiets…


Wilma

dinsdag 17 april 2018

Kiezen voor geluk



Hij was begin zestig. Stond al jaren voor de klas en beleefde er steeds minder plezier aan. Veel was veranderd, het harnas schurkte en schuurde. Zijn schoolbestuur had te maken met krimp en dus moesten er steeds meer mensen uit. Jonge mensen. Ook het team veranderde. Vanwege baanbehoud kregen collega's de keuze om in de vervangerspool te gaan. Voor niemand echt een aantrekkelijk perspectief. Voor hem wel. Hij sprak er veel over met zijn vrouw. Zal ik het doen? Ik moet nog flink wat jaren, ik wil weer gelukkig voor de klas staan.

Twee jaar verder. Hij is vaste invalkracht geworden voor zijn schoolbestuur. Soms staat hij ergens een paar dagen, soms slechts een dag. Nooit meer dan drie weken. Hij gaat weer fluitend naar zijn werk. Heeft geen moeite met niet weten waar je morgen staat. Iedere dag ontmoet hij een nieuwe groep kinderen. Hij heeft een nieuwe routine gevonden om samen met de kinderen uit te vinden hoe de dag eruit zou kunnen zien. Omdat lang niet overal helder is wat de bedoeling is.
Ik sprak zijn vrouw. Zij had haar man weer terug. Een man die houdt van kinderen, die houdt van zijn vak en met een rugzak vol oplossingen iedere dag met plezier gaat werken.

Zij was iets jonger. Ergens in de veertig. Werkte al heel lang in de kinderopvang. Maar had steeds vaker het gevoel dat ze niet goed bezig was. Altijd druk. Geen tijd om met kinderen te spelen, te genieten. Er kwam een reorganisatie. Ze moest eruit en ging hele andere dingen doen, gewoonweg omdat er geen werk voor haar was in haar branche. Of niets wat haar echt aansprak. Maar het bleef kriebelen. Het werken met jonge kinderen. Die voorschoolse periode van nul tot vier jaar. Ze keek naar haar huis. Plek genoeg. Een kleine verbouwing. Sinds een paar jaar heeft ze een gastouderbureau. Maximaal vier kinderen. Meer wil ze niet. Ik doe weer waar ik blij van word, vertelt ze me. De zon schijnt, we gaan naar buiten, naar het park. Ik zou meer kunnen verdienen, maar ik weet dat ik met vier kinderen écht kan genieten en doen wat ik belangrijk vind. Dus het blijft bij vier. Ik ben iedere dag blij dat ik deze keuze heb gemaakt.