zondag 25 maart 2012

Juf, wat in dit boek staat klopt niet hoor!

Hij was 9, zij was 49. Hij was net op deze school, zij werkte er al jaren.
Zij vertelde over de Bronstijd, hij raakte in de war.
Toevallig had hij net in die periode veel over de Bronstijd gehoord, maar dat kwam niet overeen met wat zij vertelde. Hij kende haar nog niet zo goed, zij kende hem nog niet zo goed.

 Hij vertelde haar dat het volgens hem niet klopte, wat zij vertelde, omdat hij wat anders had gehoord. Daar kon ze niet veel mee. Ze vertelde hem dat wat in dit boek stond klopte, omdat dat de methode was. En in de methode staan alleen maar dingen die waar zijn, dus dit moest hij leren voor de toets. Hij weigerde. Het werd een conflict…

Wat een gemiste kans! Dit was bij uitstek de kans voor onderzoek. Onderzoek door meerdere bronnen bij elkaar te leggen en hem te laten vergelijken. Onderzoek om hem te laten nadenken en uitzoeken hoe geschiedenis eigenlijk geschreven wordt, hoe we aan bronnen en interpretaties komen. Ze had hem kunnen uitnodigen een brief te schrijven naar de uitgever van deze methode, met zijn bevindingen, en de klas had kunnen leren van de reactie van de schrijvers.

Maar… het werd een conflict, niemand won.
Oneindig jammer…

©Wilma van Esch

Soms is het niet wat je denkt...

In de Keniaanse klas zat een leerkracht zwijgend achter zijn bureau, zijn lange gestrekte benen kruisten elkaar bij de enkels, ver voorbij zijn tafel.
De werksfeer was gemoedelijk, kinderen schreven, kinderen overlegden zacht. Kinderen wandelden rustig met hun schrift naar voren. Wachtten op hun beurt. Overhandigden het aan de leerkracht die stilzwijgend grote rode halen door het werk haalde. Een stevige rode streep door iedere som die aan het papier was toevertrouwd. Kinderen keken in hun schrift, liepen terug naar hun plek en gingen verder met hun werk. 

Ik wist niet wat ik zag! Alles fout: dikke rode strepen. Geen uitleg, geen feedback. Hoe moesten kinderen hier iets van leren?!  En hoe was het mogelijk dat ze zo schijnbaar zonder emotie hun volledig foute werk weer aanvaardden?

We waren slechts op rondleiding door deze school, de rij kinderen die nog stond te wachten maakte dat ik niets durfde vragen aan de leerkracht.

’s Avonds, in het hotel, sprak ik met een medereiziger over deze ervaring. Behoorlijk verontwaardigd, omdat ik niet begreep hoe zowel leerkracht als kinderen hier zo rustig onder konden blijven. Met een glimlach keek de collega me aan: ‘Weet je dat een rode streep hier betekent dat je het goed hebt, en een krul zoals wij die kennen betekent dat het fout is’.

Precies omgekeerd dus. Het schaamrood op mijn kaken was even net zo rood als de liefdevolle haal van de rode pen van de leerkracht...



©Wilma van Esch  Teachers4Teachers Kenia Maart 2012

maandag 19 maart 2012

Erkennen wat de ander nodig heeft - Keniaans verhaal

Op een dag besloten de leeuw, de slang, de hyena en het luipaard samen in een huis gaan wonen. Ze erkenden elkaars verschillen en luisterden goed naar wat de ander nodig had.
Het luipaard wilde een hoge boom in het huis, zodat hij in de wijde omstreken alles in de gaten kon houden. ‘En’, zo sprak hij ‘ik heb hele gevoelige ogen, dus het enige wat je nooit bij mij mag doen is me in mijn ogen kijken. Daar kan ik niet tegen’. Daar konden de andere dieren wel mee leven.

De leeuw gaf aan dat hij in het huis een plek wilde waar hij heerlijk kon luieren. Natuurlijk zou hij op jacht gaan als er honger kwam, maar hij wilde vooral rust. ‘En’, zo sprak de leeuw, ‘waar je bij mij echt rekening mee moet houden, is dat ik niet tegen lawaai kan. Ik wil een rustige leefomgeving, zonder al te veel herrie’. De andere dieren knikten instemmend, daar was goed mee te leven.

De slang gaf aan onder een dek van bladeren te willen leven, in dezelfde ruimte als de leeuw. ‘Ik heb niet veel nodig’, zei de slang ‘maar ik ben wel trots op mijn vel. Dus daar zullen jullie rekening mee moeten houden. Je mag nooit op me staan, mijn huid is gevoelig, ik wil goed vervellen, dus pas op waar je staat in ons huis’. Natuurlijk vonden de andere dieren dat geen probleem.

De hyena gaf aan niet veel thuis te zullen zijn. ‘Ik houd van zwerven, dat weten jullie. Dus maak je niet druk als ik niet vaak in ons huis zal zijn. Het enige waar ik niet tegen kan is dieren die me in de gaten houden of me ter verantwoording roepen. Laat me maar gewoon mijn gang gaan, dan gaat het goed’.  Natuurlijk vonden de dieren het prima.

Het huis werd gebouwd, tot grote tevredenheid van de vier dieren. Ze leefden in harmonie, ieder op hun eigen wijze en genoten van elkaars gezelschap.

Op een dag kwam de hyena vermoeid thuis van een lange zwerftocht.  Boven in de boom lag luipaard te waken, zijn gevoelige ogen speurden de omgeving af en zagen hyena van verre aankomen.

‘Wat zit jij naar me te loeren?’ snauwde vermoeide hyena terwijl hij luipaard recht in zijn ogen keek.

‘Ik heb je gezegd dat ik niet wilde dat je me in de gaten houd, ik kom en ga wanneer ik wil’. ‘Je kijkt in mijn ogen, in mijn gevoelige ogen’, barstte luipaard uit ‘en dat terwijl ik jou gezegd heb dat dat het enige is wat je nooit bij mij zou mogen doen!’ Tussen hyena en luipaard ontstond een flinke woordenwisseling. De ruzie wekte leeuw, die geïrriteerd opstond en woest brulde naar luipaard en hyena: ‘Jongens, het enige wat ik jullie ooit gevraagd heb, is geen lawaai te maken in dit huis! En nu maken jullie me wakker met je ruzie’.  Woest klauwde hij naar hyena en luipaard. Boos grauwden hyena en luipaard terug. Leeuw deinsde terug en stond zonder erg op het bladerdek van slang. Hevig gepikeerd ontwaakte slang en begon te schreeuwen: ‘Wie staat er op mijn prachtige vel, mijn huid is geruineerd!’ Van pure woede beet slang hyena, luipaard en leeuw, die direct dood neervielen. Leeuw viel op slang en zo kwam ook slang aan zijn einde.

En zo eindigde het samenleven wat ooit zo harmonieus begon...

*** Keniaans verhaal verteld door schoolleider Stephen in het kader van Visievorming op de schoolleaderscourse.

Opgetekend door ©Wilma van Esch Teachers 4 Teachers Maart 2012

De heks en de wind van vernieuwing

Er was eens een team wat met elkaar besloot dat het hoog tijd was voor innovatie, voor vernieuwing. Energie stroomde door de mensen, ze wilden vooruit, met elkaar. Afspraken werden gemaakt, plannen uitgesproken en vol goede moed ging iedereen uiteen. Met een duidelijk beeld voor ogen, want dat er iets moest veranderen was duidelijk.

Na een paar maanden kwamen ze zoals afgesproken weer bij elkaar om te horen wat er allemaal bereikt was. Schoorvoetend, met veel minder energie. De eerste gespreksronde maakte duidelijk dat er niet veel terecht gekomen was van alle plannen. Na de startsessie was er nauwelijks meer iets gebeurd. Er werd gemompeld, gezwegen. Tot één van de teamleden zei: ‘Ik weet wat er aan de hand is. In onze omgeving leeft een heks. Hij leeft van de energie van vernieuwingsprojecten, die zuigt hij in zich op, dat maakt hem sterk. En dat laat de mensen uitgeblust en moe achter. Daarom is er niets veranderd!’ De groep knikte instemmend. Dat moest ongetwijfeld het geval zijn. Hoe kan het anders dat alle goede plannen vervlogen waren, dat er helemaal niets ondernomen was.

Er ontstond grote onrust: Er was een heks in de gemeenschap. Maar wie was het? Waarschijnlijk was hij zeer goed vermomd, zodat niets vermoedende idealisten niet in de gaten hadden dat hij het was. Waarschijnlijk gebeurde het wegzuigen van energie onopvallend…

De groep ging uiteen, vastberaden om de heks te vinden. In de tijd die volgde werd achterdochtig en argwanend rondgekeken. Immers, iedereen kon het zijn. Zelfs iemand in het team.

Op een dag kwam het goede nieuws. De heks was opgepakt en gedood! Het nieuws verspreidde zich razendsnel over de naburige dorpen. Er werd een groot ceremonieel opgetuigd. Iedereen werd genodigd. Op een berg zou de begrafenis plaatsvinden. Grote welbespraakte sprekers werden genodigd en spraken uit hoe goed het was dat de heks eindelijk gevonden was en de energie van vernieuwing en ontwikkeling weer vrijuit zou stromen. De mensen dromden samen om de dichte kist. Iedereen was benieuwd wie de heks nu eigenlijk was, en of zij hem zouden kennen.

Na de toespraken en gezangen werd de kist geopend. Langzaam schuifelde de menigte voorbij de kist. Degenen die in de kist keken, schrokken zichtbaar. Er was geen lichaam, zij zagen slechts zichzelf. Hoe kon dat? Zwijgend stonden zij bij elkaar, verward om wat gebeurde.

In de kist lag een spiegel, de nieuwsgierige menigte zag zichzelf en besefte met een schok dat zij de heks in zich droegen. De heks die vernieuwing bluste, die energie wegnam om verder te komen…

Vernieuwen betekent doen, aanpakken, samen de schouders eronder zetten.

“If it is to be, it is up to me!’

*** Keniaans verhaal verteld door schoolleider Tamasha op een visievergadering op Mwachema Primary, opgetekend door ©Wilma van Esch. Teachers 4 Teachers Kenia Maart 2012

Schoolleider in Kenia

Het is maandagochtend. Ik ga vandaag naar Mishi Dolah, directeur van Mwachema Primary, nadat we met elkaar een intensieve schoolleidertweedaagse hebben doorgebracht. Moses, de chauffeur die me deze dagen rondrijdt is 31 jaar, zorgt voor twee kinderen en is onlangs zijn vrouw kwijtgeraakt. ‘I miss her very much, my beautiful, beautiful wife’. Hij vraagt me hoever ik thuis moet lopen voor water. Ik vertel hem dat de bron zich in mijn huis bevindt. Hij vraagt me of ik een fiets of een auto heb, en of die van mezelf zijn. Of ik kinderen heb en waar die nu zijn. Door de taxiritten en gesprekken met Moses ontdek ik stukjes van een leven in Kenia. En hij van mij. Ik heb geen idee welke beelden hij zich vormt, die van mij veranderen ook regelmatig van kleur door nieuwere verhalen.

Op school is al volop bedrijvigheid. Er is geen water. Een leerkracht en een tiental meisjes uit de bovenbouw staan te overleggen. De dames die dagelijks pap koken voor de kinderen wachten onder hun afdak. Mishi begroet me, maar is al druk bezig. ‘Regel dat er water komt’, sommeert ze de leerkracht. We lopen door. Voor een bovenbouw lokaal zitten zeker twintig kinderen op de stoep. ‘Kunnen ze nog niet binnen?’, vraag ik Mishi. Ze vertelt me dat de rest van de klas binnen zit, een toets te maken. De kinderen die buiten wachten hebben niet betaald voor de toets, dat betekent wachten tot de rest klaar is.



We lopen verder. De leerkracht van de onderbouw krijgt haar lokaal niet open. Een kleurrijk uitgedoste groep  staat rustig om haar heen te wachten. Bij de middenbouw zit opnieuw een groep kinderen te wachten op de veranda. ‘Geen toetsgeld betaald?’, vraag ik Mishi.

In dit geval blijken de haren van de kinderen te lang. Ik kijk verbaasd. Op de hoofden van de jongens en de meisjes staat hooguit een halve cm haar, meer niet. Maar ik heb inderdaad gehoord dat je geen haar mag hebben in verband met hygiëne en ongedierte. Mishi spreekt de kinderen toe, ze mogen nu naar binnen, maar morgen moet hun haar eraf zijn. En anders worden ze weer naar huis gestuurd.

 In de eerste klas zitten zo’n zestig kinderen op banken en op de grond. Er hangt een rustige sfeer, de kinderen kijken op als we binnen komen. De leerkracht van deze groep blijkt een begrafenis te  hebben, vertelt Mishi me. Ze is over een week terug. ‘En wie draait dan de klas?’  vraag ik. Niemand, zegt ze, de andere leerkrachten lopen af en toe binnen en geven dan instructie.  We zijn inmiddels langs alle lokalen en leerkrachten geweest. De bovenbouwkinderen en de leerkracht staan nog steeds te overleggen hoe aan water te komen, denk ik… Mishi vraagt waarom er nog niets gebeurt. Er komen wat onduidelijke antwoorden. Er zijn geen emmers, ze willen niet zo graag de dorpen in. Maar Mishi is duidelijk: ‘Jullie lopen nu aan, je vraagt emmers én water in de dorpen, ik zie jullie straks weer!’ Twee uur later is er inderdaad voor alle kinderen een beker pap, missie geslaagd.

‘Kom’, zegt Mishi, ‘we gaan naar mijn kantoor, dan kunnen we aan de slag’.  Ons overleg kan beginnen…


©Wilma van Esch
Schoolleadercourse Teachers 4 Teachers, Kenya, maart 2012