We voeren een intensief gesprek, mijn zoon en ik. Zijn mening is niet zo relevant, vindt hij. Er is geen feitelijk antwoord en daarbij is hij ervan overtuigd dat God niet bestaat en dat er geen leven na de dood is. Om vervolgens met een prachtbetoog te stellen waarom sommige mensen wel een God nodig hebben, en waarom er op sommige plekken wel geloofd wordt in een leven na de dood. Hij brengt volop nuance aan. Ik geniet van zijn vlijmscherpe bewoordingen en moedig hem aan dit op papier te zetten. Vergeefs... het blad gaat blanco mee terug naar school, de frustratie is nog niet geluwd...wat een doelloze, nutteloze opdracht, vindt hij.
En dan nu zijn moeder. Ik mag opnieuw naar school. Ik kijk er naar uit. De startopdracht voor de kennismakingsbijeenkomst is weken terug per mail toegezonden ‘Wat is pedagogiek voor jou?’ Visualiseer of beschrijf jouw beeld van pedagogiek in een foto, muziekfragment, woorden, film etc.
Zucht! Ik ben er al weken mee bezig, voer gesprekken met mensen om me heen, bedenk van alles op weg in de auto, onder de douche, in bed, maar krijg geen letter op papier, geen spat verf op het doek. Ik erger me aan deze opdracht. Wie heeft ooit bedacht dat dit een nuttige vraag is? Ik besef dat ik veel op mijn kind lijk, dan ik vermoedde. Er zijn zoveel dimensies aan zo’n open vraag, dat ik nauwelijks weet waar te beginnen. Alles wat ik op papier kan zetten, is niet compleet en niet toereikend, en waarschijnlijk ook nog een open deur. Niets nieuws. Maar kan ik het maken op de eerste dag een blanco blad mee naar school te nemen? Een tabula rasa. Help, iemand een suggestie?
© Wilma van Esch