Er is geen tijdperk in ons leven geweest dat we meer gefotografeerd en meer verhalen verzameld hebben, dan in die eerste levensjaren van de kinderen.
Met regelmatige tussenpozen werden we genodigd op het consultatiebureau, om te prikken, te meten en te wegen. We ontvingen een groen boekje waarin groeicurven stonden en waarin de ontwikkeling nauwgezet in beeld gebracht werd. In de fotoboeken en in de anekdotes waren hele andere ontwikkelingen zichtbaar. De eerste stap, het eerste tandje, het favoriete speelgoed, leren kruipen, de eerste woordjes. Met veel plezier deelden en bespraken we deze ontwikkelingen met mensen die dichtbij ons stonden. Mijn kinderen zijn pubers. De groene boekjes waarin ze steevast net wat te laag op de groeicurve scoorden, liggen te vergelen in de kast. De fotoboeken halen het plezier, de werkelijke beelden en ontwikkeling terug.
Tijdens een werksessie deze week, over assesments en portfolio’s, met Prof. dr. Mien Segers van de universiteit Maastricht, gingen mijn gedachten op reis naar deze tijd.
De stroom van vragen die bij leerkrachten opkwamen waren o.a.: ‘wat leg je vast?’, ‘hoe leg je het vast?’, ‘beschrijf je alle domeinen?’ Natuurlijk kwamen de leerlijnen en tussendoelen ter sprake. En een wat paniekerig gevoel hoe en of je ‘alles’ kunt bevatten en beschrijven. En dan ook nog het kind de eigenaar laten worden... Klinkt mooi, maar hoe?
Wanneer je het vergelijkt met het foto-verhalenboek en het groene boekje, dan zie ik het groene boekje als de periodieke testen en toetsen. Dat zijn mooie ijkmomenten, daarbij kijk je hoe de ontwikkeling van je kind zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde en kun je analyseren wat er mogelijk nodig is. Vaker meten en toetsen geeft onrust, je kind groeit er niet sneller door. Iedere dag weten en meten is nodig wanneer je kind ernstig ondervoed is of ernstige problemen heeft, maar verder mag je het loslaten.
Wat stop je dan in een portfolio? Dat zijn de mooie momenten, de moeilijke momenten, de ontdekkingen en leerstrategieën.
Bij jonge kinderen is daarom een fototoestel in je groep onmisbaar. In de kring evalueren is nog vrij ingewikkeld: Hoe ver kan een kind terugkijken en weet hij te zeggen wat hij geleerd of ontdekt heeft, of hoe hij morgen verder wil? Sommigen wel, de grote meerderheid niet. Wanneer leerkrachten de tijd nemen om te observeren, kunnen zij de mooie momenten tonen aan kinderen: ‘kijk eens hier, jullie met zijn viertjes in de bouwhoek. Ik zie dat hier iets bijzonders gebeurt, wie kan er over vertellen?’ 'Volgens mij liepen jullie hier tegen een probleem aan, hoe heb je dat opgelost?' Dan gebeurt het wel. Met korte quotes kan de leerkracht optekenen wat het leerproces was, wat kinderen ontdekt hebben. Dat is prachtig om te verzamelen, om op terug te kijken, maar vooral ook om op vooruit te kijken. Vanuit de ontdekkingen kunnen kinderen met jou nieuwe plannen bedenken voor in de verschillende hoeken.
Sinds kort mag (eh... moet) ik voor de opleiding die ik volg een portfolio bijhouden. Dat geeft veel inzicht in hoe een portfolio van waarde kan zijn. Ik kan het alle leerkrachten en schoolleiders aanraden. In mijn logboek verzamel ik dingen die me geraakt hebben: Een college, een krantenartikel, een film. Dat vormt een bont palet van ervaringen. Natuurlijk werken we vanuit een focus, een intentie. Er zijn ontwikkelingen die we de komende tijd graag willen realiseren. Niet alle logboekervaringen komen in het portfolio, juist niet. Het portfolio is een koersdocument, daarin komen alle betekenisvolle momenten, ontmoetingen en inzichten. Dat vormt een rode draad, daarin kun je terug- en vooruitkijken of je inderdaad op weg bent de gestelde doelen te realiseren.
In mijn optiek is een portfolio een rijk, persoonlijk document, wat de dialoog en interactie zal verdiepen, verbreden en verlevendigen. Doordat kinderen met elkaar in gesprek gaan, met hun leerkracht en met de ouders.
En het argument geen tijd? Heb je je in de babytijd van je kinderen ooit afgevraagd of je wel tijd had om te fotograferen, tussen al het luiers verschonen, voeden en regelen door?
Volgens mij niet: Dat hoorde er zo vanzelfsprekend bij, omdat je geen moment wilde missen. Omdat je voor later vast wilde leggen hoe mooi en snel ontwikkeling gaan.
En ook omdat je het heerlijk vindt om foto’s en verhalen met vrienden en familie om je heen te delen. Toch?
© Wilma van Esch