vrijdag 6 februari 2015

Zelfbewuste studenten

Het is stage-toetsweek. Eerste jaars ronden hun kwartaal af met een presentatie en een filmpje. Tweedejaars beoordelen samen met hun docenten de kwartaalopdrachten. Derdejaars gaan op examen om de hoofdfase af te ronden en de minoren in te gaan. We zijn op de helft van ons studiejaar. Studenten wisselen van stageplek, binnen hun opleidingsschool. De  spanning is voelbaar. Een week van keuzes, prestaties en beslissingen. Iedereen werkt op de toppen van zijn kunnen. Alhoewel, iedereen…

Er zijn studenten, waarbij je in één oogopslag ziet dat ze gegroeid zijn. Zelfbewust, gezonde spanning voor het assessment, maar ook wel een goed gevoel om weer een fase af te ronden. Ik zie studenten met werk van kinderen in hun handen. Niet omdat dat gevraagd wordt, maar omdat ze hopen dat ze het in kunnen brengen, omdat ze zo super trots zijn op wat kinderen neergezet hebben. Ik zie studenten die zichzelf na een dip weer hebben vastgepakt en er staan. Heerlijk, de kracht van jonge potentials. Zelfs al lukt het niet en krijgen ze een bijstelling: Er is groei, er is ontwikkeling en er is kracht.

Maar ik zie ook studenten die gaan prijsschieten. ‘Ik zie wel wat ze ervan vinden’. Die werk in durven leveren waar onzorgvuldigheid vanaf straalt. Dat is geen stoere authenticiteit, dat voelt als onverschilligheid. En ik merk dat het me wat doet. Het geeft een kick om te zien hoe studenten groeien, wat ze teweeg brengen, hoe ze zichzelf en de wereld ontdekken. Het is een afknapper dat er mensen zijn die zelf al weten dat het niet op orde is en toch opgaan en niet bijvoorbeeld de zelfbewuste keuze maken om deze ronde niet mee te doen. Omdat het niet goed genoeg is en er werk verzet moet worden om het te vervolmaken.

Deze week bemerkte ik bij mezelf échte verontwaardiging. Ik zie met hoeveel zorg mijn collega’s zich in tweetallen inlezen en voorbereiden. Hoe we een uur een intensief assessment aangaan en in geval van niet halen degelijke bijstellingen of ontwikkelingsgerichte feedback formuleren. Een forse investering die we met heel veel plezier doen.
En dan die houding van: ‘Ik zie wel wat ze ervan vinden’. Ik hoop dat mijn collega’s diezelfde verontwaardiging gaan voelen. Dat zij die oneigenlijke investering niet meer willen maken en daar duidelijk in worden. Vooraf helder zijn in hun begeleiding: Kom als je er klaar voor bent en we ontvangen je met open armen. Als jij investeert, investeren wij. Met plezier en met trots.

Als die verontwaardiging in iedere ontmoeting en afstemmingsmoment gevoeld wordt, wellicht maakt dat deze studenten scherper, alerter en zelfbewuster. Vooral omdat we zulke mensen nodig hebben, in de toekomst. Alerte, zelfbewuste mensen met passie voor het onderwijs, voor het leven. (En hopelijk dan binnenkort ook volop werkgelegenheid om door te groeien en ons onderwijs te verrijken. Nieuwe, frisse winden door onderwijsland, hoe fijn is dat!)

Wilma van Esch, ooit ook student.
Nu teamleider  FHKE pabo Veghel