Ellende? Ik
luisterde half, of eigenlijk helemaal niet. Wat een prachtboompje! Onze tuin
groeide en bloeide. De wandelende duivelstak deed zijn naam eer aan en ging op
reis. Nog geen jaar na verhuizing begon de plant zich overal te manifesteren.
Ik glimlachte om de kleine groene scheutjes en liet het toe. Wat meer van die boompjes
zou vast ook mooi zijn. Tot het ten koste ging van de rest van de tuin. Deze
prachtige plant veranderde onze tuin in een plek zoals we die niet gewild
hadden. Het duurde jaren voor ik het venijn van de nieuwe scheuten werkelijk
verwijderd had.
Je herkent
het ongetwijfeld, bomen en planten die
zo krachtig zijn dat ze andere planten en bloemen overschaduwen, overgroeien of
wegdrukken. Bamboe wordt niet voor niets vaak in ondergrondse emmers geplant.
Tuinieren heeft boeiende overeenkomsten met veranderingsprocessen. Ik denk aan krachtige, markante collega’s die een prominente rol in hun team vervullen. Aan klassen en groepen, waarbinnen sommige kinderen opvallend aanwezig zijn.
Ik houd geen pleidooi voor het verwijderen van
markante bomen, struiken of mensen. Ik pleit voor het (h)erkennen van
schoonheid en het een plek weten te geven. Ik pleit voor bewustwording en het
maken van keuzes in de omgang met mensen. Alles kan, maar niet ingrijpen heeft
consequenties. Wat voor een tuin wil je, waar geef je ruimte voor groei en waar
beperk je?
De gesprekken met onderwijscollega’s over deze
metafoor zijn boeiend. Durf je tegen bamboe te zeggen: Je bent prachtig, ik
geniet van je schoonheid en je ruisende geluid, maar ik plaats je wel in een
ondergrondse emmer. Ik moet je begrenzen, voor je de volledige tuin inneemt,
durf je dat bespreekbaar te maken?
Durf je te snoeien? Durf je te kiezen om bomen om
te kappen of te verplaatsen, om ruimte te bieden aan andere planten die
zonlicht nodig hebben?
Bij planten lijken de keuzes vanzelfsprekend, al is
het soms wat ingewikkeld. Maar hoe tuinier jij als het om mensen gaat?
© Wilma van Esch