Ik ben ook student. Voor en door
m’n studie Ecologische Pedagogiek mag ik observeren, interviewen, onderzoeken,
in beeld brengen hoe wij als klein team in een veel groter FHKE geheel en een
nog veel groter onderwijsgeheel met elkaar studenten opleiden.
Tijdens de interviews en
observaties gebruiken mijn collega’s en ik veel woorden. We spreken over waarden,
diversiteit, verbondenheid, visie en niveau. Maar direct onder die talige oppervlakte
worden boeiende verschillen zichtbaar. In
deze kleine biotoop leven, werken en leren wij met elkaar en lijken we toe te
werken naar de ultieme afstemming en duidelijkheid. Naar de ingezette koers,
afstemming en eenduidigheid. Waarbij verandering de enige constante lijkt. Er zijn
telkens weer nieuwe collega’s, nieuwe biografieën, nieuwe weersomstandigheden,
een nieuw beleid, waardoor wij met elkaar bewegen en reageren.
Ik zie collega’s die zich op
hun voormalige opleiding keurig aan planning en regels hielden en het moeilijk
voorstelbaar vinden dat studenten dat niet doen. Collega’s die zich door alle
scholingen heen geknokt hebben, en nu knokken voor studenten die het moeilijk
hebben. Die graag willen dat studenten ook knokken om het beste uit zichzelf te
halen. En niet snappen dat sommige studenten die drive niet kennen. Collega’s
die een grote passie hebben voor het eigen vak, maar de vertaalslag naar het
basisonderwijs ingewikkeld vinden. Gewoon omdat de passie bij de inhoud ligt en
niet bij de overdracht. Collega’s die willen dat we uit één mond spreken, collega’s
die aangeven dat dat nooit zal lukken. We lijken op een bedrijvige mierenhoop,
er is continue bedrijvigheid. Voor mieren gericht op het vinden van voedsel en
het voortbestaan, en voor ons? Dag in, dag uit werken we samen en leven we ons
eigen leven.
Antropologie boeit me. Een
wereldreiziger ben ik niet geworden, ik heb
geen maanden meegeleefd met Pygmeeën of Mongolen. Maar de grondhouding spreekt
me aan. Margaret Mead (1901-1978) was cultureel antropologe. Ze deed haar
participerende observaties o.a. in Samoa en Nieuw Guinea. Ze constateerde dat
wat mensen zeggen en doen en hetgeen zij zeggen dat ze doen totaal
verschillende dingen zijn. Daar
ontmoeten we elkaar. Ze concludeerde dat we kinderen moeten leren wat niemand
gisteren wist en onze scholen moeten voorbereiden op wat niemand nog weet. Ze heeft een mooie definitie
gevonden van succes, namelijk het bijdragen als individu aan je eigen
ontwikkeling en die van je medemensen.
Graag laat ik me door haar
inspireren. Antropoloog zijn in het onderwijs, dat lijkt me wel wat. Vanuit een
open mind kijken en luisteren, opnemen in verwondering en ontdekken wat je niet
had kunnen bedenken. Meeleven, schrijven, observeren. ‘As the traveler who has
once been from home is wiser than he who has never left his own doorstep, so a
knowledge of one other culture should sharpen our ability to scrutinize more
steadily, to appreciate more lovingly, our own’. Mead bij de Papoea’s, ik gewoon in Veghel. Op
die mooie, boeiende Pabo.
©Wilma van Esch