Gebonk op mijn raam. Een groepje middenbouwers kijkt naar binnen door mijn raam. ‘Wilma, we hebben een baby-duif gevonden’. Ze zijn er maar druk mee. De kleine duif ligt wat beduusd op een palet, omringd door stukjes brood. ‘We hebben brood gegeven, maar hij eet niet’.
Ze praten druk door elkaar. Er schijnt een poes te zijn die gevaarlijk dichtbij komt. Ze kunnen nog niet naar binnen dus, want dan komt die poes. En ze weten waar de moederduif woont. Bovenop het zonnescherm bij mijn raam. Kijk! Ik hoor ze druk met elkaar speculeren. Moeder duif is vast bezorgd. En logisch, met die enge poes van de buren. En ze hebben een vet probleem, die middenbouwers, want ze moeten zo naar huis. Bezorgd gaan ze naar binnen.
Een dag later is er weer volop rumoer vlak bij mijn raam. Nu zijn de kleuters buiten. Op het bankje staat een doos met een zwarte doek erover. Om beurten kijken ze aan de zijkant in de doos. Nu tikt de groepsleider op mijn raam. ‘Wilma, we hebben de dierenambulance gebeld. We moeten zo naar binnen, maar roep je ons even als hij komt’. Ik reageer verbaasd. De dierenambulance? Ja, tuurlijk, in de doos ligt de duif.
De kleuters zijn bezorgd, blij dat de ambulance komt. Gelukkig komt hij snel. De kleuters drommen om de ambulancebroeder heen en ik hoor ze vragen stel. Hij bromt rustig terug, met de baby-duif in zijn hand. Dan gaat de duif in een soort poezenmand, mee de ambulance in. De kleuters zwaaien tot de ambulance uit het zicht verdwenen is.
Ik loop naar de koffie en kom onderweg de middenbouwers tegen, die zich zo druk gemaakt hebben om de duif. ‘He luister eens’, zeg ik, ‘de babyduif is net opgehaald door de ambulance, dus het komt goed’. Verbaasd kijkt degene die gisteren op mijn raam bonkte me aan. ‘Opgehaald??? Met de ambulance? Da’s toch niet goed??’ Ik kijk verbaasd. ‘Hoezo niet?’
Hij fronst en zegt ernstig: ‘En die moederduif dan? Die snapt er niks van en zoekt zich straks suf… Dit is helemaal niet goed!’. Hoofdschuddend loopt hij door, terug naar zijn groep.
Ik verdiep me weer in mijn werk tot ik mijn collega hoor zeggen. ‘He Wilma, moet je kijken. Hij heeft gelijk. Die duif daar. Wormpjes in haar snavel. Alsof ze d’r kleintje zoekt’. En ik denk, wat is die middenbouwer wijs, hij heeft gelijk.
Maar de ambulancebroeder heeft beloofd, als het goed met hem gaat, komen ze hem weer terugbrengen. Dus even wachten nog. Het komt goed!❤️🍀
Maar de ambulancebroeder heeft beloofd, als het goed met hem gaat, komen ze hem weer terugbrengen. Dus even wachten nog. Het komt goed!❤️🍀