‘Hoe oud ben jij?’ Onbevangen kijkt ze me aan en schat me
met gemak vijftien jaar jonger. Heerlijk, het totaal niet op leeftijd kunnen
schatten omdat je als referentiekader weinig meer hebt dan je eigen ouders en
eigenlijk ook geen idee hebt hoe oud iemand is. Bij haar zat ik er één jaar
naast. Omdat ik één jaar jonger ging zitten was het bepaald geen compliment,
merkte ik. Beter had ik een jaar hoger kunnen schatten. Maar ik rekende aan de
hand van de groep waarin ze zat…
Jaren heb ik in de onderbouw gewerkt. Ieder jaar was er
wel een kleuter die me vroeg waar mijn bed stond, omdat juffen nou eenmaal
altijd op school zijn. En daar ook horen te zijn. Iedere kleuterleerkracht zal
dit herkennen. En wanneer mijn moeder op bezoek kwam, waren er steevast
kleuters verbaasd dat ik een mama had. ‘Jij bent toch geen kind?’ Toch wel, hartstikke,
met een trotse mama die graag af en toe langskwam.
We kunnen er om glimlachen omdat we weten dat dit
leeftijd gerelateerd is. Dit is het blikveld van kinderen op een bepaalde
leeftijd. Langzaamaan zullen ze ontdekken hoe het werkelijk zit. En wij gunnen
hen die ontdekking én de tijd die het nodig heeft.
En dan komt er een leeftijd waarop je denkt dat je heel
veel begrijpt en doorziet. Waarop je de wereld om je heen op waarde kunt
schatten. Je dénkt dat je alles ziet, maar je kunt opnieuw niet verder dan je
eigen blikveld kijken. Met je eigen referentiekader maak je inschattingen en
doe je aannames. Niet over leeftijd of over juffen die slapen op de school. Maar
over gedragingen van anderen en dingen die je denkt te zien. Waar je een
oordeel aan hangt, waar je een etiket op durft te plakken en direct je
waarneming bestempelt als ‘waar’. Niet meer onbevangen en nieuwsgierig als een
kind, niet meer onderzoekend of benieuwd, maar beoordelend omdat je denkt dat
het klopt, wat je denkt. Het past bij wat je geleerd hebt. Criteria bevestigen
je aanname. Pats. Het oordeel is geveld.
Maar gelukkig ben je niet alleen. Gelukkig is er de
ander, om te verifiëren of hij/zij ook ziet wat jij ziet. En dan kun je zomaar ontdekken
dat je er ontzettend naast zit. Gewoon omdat je nog niet beter wist, omdat je
blikveld nog niet verder reikte.
©Wilma van Esch