Ik mag enkele uren meekijken hoe cliƫnten met een verstandelijke beperking wonen en hoe hun begeleiders begeleiden. De rust nestelt zich behaaglijk in me, ik ga zitten en neem de plek in me op.
Wat later vult de ruimte zich, zijn er flarden van een gesprek en soms wat achtergrondgeluiden. Een man vraagt me mee naar zijn tuin. Die staat er prachtig bij, de woorden van de gewassen spreekt hij een voor een uit, met dezelfde zorg als waarmee ze lijken te zijn geplant.
De dag erna ben ik op een basisschool. De school is net uit.
Ronkende auto’s, volwassenen met kinderen, geroep, gebabbel, gesjor. Ik loop de
school in, levendige drukte. Stap over tassen heen, ontwijk rennende kinderen. Al
lopend werken leerkrachten hun maaltijd weg, de telefoon gaat, er moet nog gauw
wat besproken en gehaald worden. We starten bijna met de teamvergadering. Soms
rennen er nog mensen door de hal, ze hebben het druk. Roepen dat ze er zo aan
komen.
Ik sta stil in de drukte en zoek in mezelf het gevoel van
gisteren. Klopt het dat de scholen die ik in de afgelopen weken bezocht heb,
gevuld zijn met haast en vluchtigheid. Of heb ik behoefte aan onthaasten en
ontmoeten?
We gaan aan de slag. Ik vraag het team een brief te
schrijven voor de volgende leerkracht van hun groep. Een brief waarmee ze de
nieuwe leerkracht nieuwsgierig maken, prikkelen en alvast een indruk geven. Ik
vraag ze na te denken over hoe het jaar is geweest met deze kinderen. Wat er
mooi was, wat bijzonder. Om dat door te geven in een warm betoog. De start is
onrustig, er blijven dingen te doen, dingen te zeggen. En dan ineens is het daar. Alleen nog het gekras van pennen op papier… heerlijk, stilte!
© Wilma van Esch