Sam is 12, hij maakt het niet goed. Hij ziet te bleek, heeft kringen onder zijn ogen, oogt lusteloos, maar kan gemeen fel uit de hoek komen. Als andere kinderen iets doen wat hem niet aanstaat, slaat hij erop los.
De leerkracht weet dat het bij Sam thuis er hard aan toe gaat. Twee grote puberbroers, die hem regelmatig letterlijk laten voelen dat hij het kleine onderdeurtje is en een vader die daar ook zeer agressief overheen gaat en zijn handen laat wapperen.
Sam is niet gevoelig voor de interventies van zijn leerkracht, staat alleen in de klas, heeft niet echt vrienden. Het gaat vaak mis.
De leerkracht stuurt hem eruit, of seint de directeur in. En als het op vechten aankomt, is er een vaste formule. Dan wordt pa wordt gebeld. Hij pikt Sam direct op en neemt hem mee. De dagen na zo’n incident is Sam nog stiller en lustelozer, houdt zijn gemak, tot het niet meer gaat.
Sam is 13, hij zit op het voortgezet onderwijs. Lijkt nog meer verloren te lopen, in die grote leerlingenmassa. Reageert als door een wesp gestoken als medestudenten hem iets vragen. Zijn grote broers zitten op school en dat maakt dat hij op zijn hoede is. Sam houdt het behoorlijk lang vol, maar na 3 maanden is er dan toch zijn eerste vechtpartij. Hij gaat door het lint en zit daarna verwilderd bij de directeur in haar kantoor. Haar raam kijkt uit op de straat voor de basisschool waar Sam eerst zat. Ze herinnert zich deze jongen al van eerder, voor hij hier op school zat. Zag dat hij regelmatig onder schooltijd hardhandig door pa in de auto gestopt werd.
‘Ga je mijn vader bellen?’
De directeur denkt na. Dat is inderdaad de maatregel bij vechten op school. Schorsing. Ouders mogen hun kind komen ophalen. Maar het voelt niet goed, ze aarzelt.
In een andere ruimte pakt ze de telefoon en belt naar de vorige school. De directeur van de lagere school weet direct over wie het gaat. Ze staat er niet van te kijken dat het misgegaan is. En geeft aan dat er eigenlijk maar 1 afdoend middel is: Vader bellen. Die zal ervoor zorgen dat het voorlopig niet meer gebeurd. Sam is alleen nog maar bang voor zijn vader, verder interesseert straf hem weinig.
Ze is van slag. Heeft veel moeite met de denkwijze van haar collega-directeur. Hervat zich en stapt terug haar kantoor in, waar Sam nog steeds zit. “Nee Sam, ik ga niet je vader bellen. Maar je snapt dat je ver over de schreef bent gegaan. Vechten kan echt niet. Ik wil een deal met je maken”. En dan spreken ze samen af dat Sam een corvĂ©e straf zal krijgen. En dat ze hem regelmatig wil spreken.
(c) Wilma van Esch
Wilma van Esch (1966) is projectleider van het expertisecentrum E.G.O. Nederland, eindredacteur van het tijdschrift Egoscoop en voorzitter van het docentennetwerk Jonge Kind. Zij verzorgt (inter-)nationaal lezingen, tweedaagses, studiereizen, trainingen en workshops voor leerkrachten, schoolleiders en docenten HBO.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten