Arend en Mahmut spelen graag met elkaar. Ze zijn allebei behoorlijk temperamentvol. Tijdens het spelen, ben ik daarom altijd in de buurt, de vlam kan zomaar ineens in de pan slaan. Vandaag gaat het goed: bouwen, computeren, vliegtuigjes vouwen, stoeien op de mat. En dan wordt het erg ruw. Ik hoor hen beiden roepen: Stoppen nu! Kappen. Dat is ook onze afspraak: Je geeft zelf aan wanneer het genoeg is. Maar beiden zijn al over de grens, ze zijn niet meer te stoppen. Snel loop ik erheen, maar ik ben te laat: Arend geeft nog een flinke knal na en loopt dan hard schreeuwend weg. “Ik speel nooit meer met jou!” En daar ligt mijn grens: “Weglopen gebeurt hier niet. Kom terug, Arend.Je hoeft geen vriendjes te zijn, maar je gaat wel samen kijken hoe je deze fijne middag ook weer fijn kunt afronden”.
Daar hebben ze allebei geen zin in. Dus verwoord ik maar wat ik gezien heb. Ze staan er allebei verwilderd bij te kijken, onthand. En zeggen allebei dat de ander niet stopte, toen zij het aangaven. “Wat nu?”, vraag ik hen, “waar kunnen jullie de laatste vijf minuten nog mee spelen, zodat de middag net zo fijn eindigt als hij begonnen is?”
Twee blikken richting computer, even nog samen in de virtuele wereld. Na vijf minuten lopen ze samen kletsend de deur uit, of er niets gebeurd is.
Wilma van Esch (1966) is projectleider van het expertisecentrum E.G.O. Nederland, eindredacteur van het tijdschrift Egoscoop en voorzitter van het docentennetwerk Jonge Kind. Zij verzorgt (inter-)nationaal lezingen, tweedaagses, studiereizen, trainingen en workshops voor leerkrachten, schoolleiders en docenten HBO.
(c) Wilma van Esch
Geen opmerkingen:
Een reactie posten