Jaren geleden werd het VMBO waar ik werkte, ontruimd vanwege een bommelding. Door de intercom ontvingen wij onze instructies: “Blijf rustig, blijf met je groep bij elkaar. Wandel naar het plein en wacht daar af wat je moet doen”.
Natuurlijk bleef de groep niet rustig, de paniek sloeg toe: een aantal meiden gilde het uit. Maar we bleven wel dicht bij elkaar en wandelden naar buiten.
Op het plein hoorde ik van mijn collega’s dat er een telefonische melding was binnengekomen van het ARC. Nooit van gehoord. Het klonk dreigend.
Overal was politie, het hele gebouw werd doorzocht.
Maar er werd niets gevonden. Even later mochten we de lokalen weer in.
Van werken kwam niet veel, van praten wel. Een bijzonder moment met bijzondere gesprekken. Fijn om de leerlingen ook op deze manier te mogen leren kennen.
Een week later werd het docententeam geïnformeerd door de politie en directie. Het ARC was getraceerd. ARC bleek te staan voor Anti Robbie Comité. Robbie, een verlegen brugklasser, hoorde er niet bij, werd stelselmatig gepest. Het groepje wat hem pestte had het ARC opgericht en liet Robbie via MSN, email, briefjes merken wat ze van hem vonden. Robbie kreeg een opdracht om het ongedaan te maken. Als hij een bommelding durfde doen, zou hij voortaan bij het ARC horen.
En dat deed hij.
Wilma van Esch (1966) is projectleider van het expertisecentrum E.G.O. Nederland, eindredacteur van het tijdschrift Egoscoop en voorzitter van het docentennetwerk Jonge Kind. Zij verzorgt (inter-)nationaal lezingen, tweedaagses, studiereizen, trainingen en workshops voor leerkrachten, schoolleiders en docenten HBO.
(c) Wilma van Esch
Wat een heftig verhaal! Mooi hoe je dit omschrijft, maar dat kan ik eigenlijk van al je columns wel zeggen!
BeantwoordenVerwijderenMvg
Hé Wilma,
BeantwoordenVerwijderenWederom een uit-het-hart-gegrepen verhaal, door jou indringend aan papier toevertrouwd.
Gérard