Ik ben het gedoogde koekoeksei in onze sportieve familie: mijn afgetrainde lichaam verraadt het al, ik ben niet sport-knap. En da’s mooi meegenomen. Ik kan me tijdens de lessen op de sportschool uitstekend inleven in kinderen die het soms wat moeilijker vinden op school.
Op onze sportschool worden telkens 3 maanden op rij precies dezelfde lessen gegeven. Ik doe graag mee met de RPM les (jawel!). Dezelfde muziek, dezelfde oefeningen, verschillende instructeurs. De ene denkt in metaforen. Terwijl we les hebben fantaseert zij over de wind in je rug, de berg die we opklimmen, het prachtige uitzicht wat we bijna gaan zien. Ik fiets vrolijk mee in haar beelden.
Nummer twee speelt mannen en vrouwen tegen elkaar uit. Bedenkt dat we een wedstrijdje doen. Nu fietsen de mannen voorop, nu de vrouwen. En ze schreeuwt dat we ons niet moeten laten kisten. Grappig, daar heb ik niks mee. Ik zie alle fietsen op een rij en heb de neiging dwars te liggen als ze roept ‘Kom op, vrouwen, we laten die mannen ver achter ons!’
Weer een ander geniet kennelijk van pijn. Zij roept ons toe dat we pijn moeten voelen, dat we op onze tanden moeten bijten. ‘Je wilt toch mooi zijn, je wilt toch in je bikini deze zomer. Ga door de pijn!!! Aaaaahhhh’ Daar heb ik niets mee, pijn voelen en daar doorheen gaan voor een bikini. (Misschien ligt dat doel te ver weg).
Sommige instructeurs onthouden namen, dat vind ik leuk. Sommigen kijken goed rond en corrigeren op schouders, bewegingen etc. Soms geven instructeurs met zijn tweeën les. Supermotiverend wanneer ze lol hebben met elkaar, maar wel gericht blijven op ons.
Wat ik vooral bedacht in de sportschool is dat het een rijkdom voor me is dat dezelfde stof door verschillende mensen wordt uitgelegd. Dat geeft mij volop verdieping en andere invalshoeken. Ik heb meer kans om aan te haken, merk ik. Op een basisschool heb je doorgaans een, hooguit twee leerkrachten die jou een jaarlang begeleiden. Ik zou best eens willen experimenteren met een andere vorm, bijvoorbeeld meerdere leerkrachten die elkaars groepen draaien. Wie kent er good practise?
(C) Wilma van Esch
Wilma van Esch (1966) is projectleider van het expertisecentrum E.G.O. Nederland, eindredacteur van het tijdschrift Egoscoop en voorzitter van het docentennetwerk Jonge Kind. Zij verzorgt lezingen, tweedaagses, studiereizen, trainingen en workshops voor leerkrachten, schoolleiders en docenten HBO.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten