Op zondag trof de hele familie elkaar in de goei’ kamer, de echte huiskamer. Oma als centraal punt aan de eethoek, opa had een leunstoel naast de kachel. Opa zat er een uurtje, hooguit, om dan de kamer te verlaten en naar het Broek te wandelen, een natuurgebied vlakbij. Hij vroeg zelden of iemand mee wilde wandelen. Een paar uur later kwam hij weer terug, liet zich een jonge klare inschenken en genoot van de intensiteit van de gesprekken in huis. Ik had nooit het idee dat hij niet betrokken was. Oma deed onderzoek, analyseerde en reconstrueerde, opa luisterde naar haar synthese, haar korte samenvatting en de meest relevante informatie.
Misschien was het helemaal niet zoals ik het waarnam. Ik heb geen idee of ze ooit ‘samen uit-samen thuis’ ruzies hadden. Of van elkaar vonden dat of de een meer stil moest zijn, of de ander meer betrokken bij het gesprek. Voor mij is de vorm die mijn grootouders gevonden hebben een heel aantrekkelijk perspectief. Je eigen plek in een relatie bepalen, elkaar veel vrijheid en autonomie gunnen en daartussen koffie en elkaar stilzwijgend of uitwisselend ontmoeten.
Omdat je niet van elkaar bent, omdat je van jezelf bent en omdat de ander fijn is om in de buurt te hebben. Ook in je werkrelaties, je team, je hele sociale netwerk. Mogen zijn wie je wilt zijn, leven en laten leven maar wel: Koffie aan de keukentafel en daar telkens weer het gesprek voeren wat nodig is.
Toch?
© Wilma van Esch
Geen opmerkingen:
Een reactie posten