zondag 25 december 2011

Verder nog iets, mevrouw?


Enkele jaren geleden veranderde onze buurtsuper van eigenaar, en dus van huisstijl en inrichting. Het personeel bleef. Vanaf de eerste dag was een verandering voelbaar. De eigenaar was vaak aanwezig in de zaak, goed zichtbaar, alert, vriendelijk. En ook het personeel veranderde. Ongetwijfeld opgelegd. Vanaf het moment van de overname werden de vakken vullende pubers behulpzaam en alert. Kon ik in het verleden een product niet vinden, dan wees een norsige puber me drie gangen verder aan de linkerkant. Nu werd het vakkenvullen gestopt en wandelden we samen kriskras door de winkel om mijn product te pakken. ‘Verder nog iets, mevrouw?’ 

Waren de vleessnijdende dames tot die tijd druk met vlees snijden en met elkaar: Vanaf dan werd ik iedere keer als ik een voorverpakt onsje vlees pakte vriendelijk begroet. De boodschap is helder: Welkom klant, lukt het? Wat fijn dat u bij ons boodschappen komt doen! 

Uit prijsoverwegingen reed ik ook nog wel eens naar een supermarkt ietsje verder weg. Wat goedkoper maar toch… ‘Pardon!’ roept de vakkenvuller geagiteerd wanneer ik sta te twijfelen bij een rek. ‘Ik wil er even door’, zegt hij met een grote zucht alsof ik zijn werk verstoor. 

De eigenaar van onze buurtsuper weet waar het om draait: Om zijn klanten. De concurrentie is moordend, de prijzenslagen zijn niet van de lucht. Dus doet hij er alles aan om klanten binnen te halen: Met vriendelijkheid, behulpzaamheid en gastvrijheid. Welkom, kan ik u van dienst zijn? En ik ervaar het als een warm bad. Geen toneelstukje, het lijkt welgemeend plezier. 

Op onze (hoge)scholen zou het niet anders moeten zijn. Een diepgaand besef dat ouders en kinderen onze klanten zijn. Dat wij er zijn om dienstbaar te zijn, behulpzaam en gastvrij. Wanneer je (hoge)scholen binnenkomt, merk je binnen een paar minuten of dit in hun DNA zit. Je voelt waar mensen je zien, je verder helpen en behulpzaam zijn. Je voelt waar collegialiteit, dienstbaarheid en betrokkenheid waarden zijn.

Het gebrom over teveel aanpassingen, over dansen naar de onmogelijke pijpen van onze klanten (kinderen en ouders), over de zware belasting: Ik hoor het natuurlijk ook. Het is er ook, ik ontken het niet. Soms is de vraag van onze klant te groot, is een specialiteitenzaak beter geoutilleerd. Maar het gaat me om de grondhouding. De grondhouding van dienstbaarheid en behulpzaamheid. Omdat je beseft dat het daarom draait.

Er zijn van die scholen, ziekenhuizen, instellingen, winkels en daar hebben ze het begrepen. Daar ben je welkom en word je gezien. Daar ervaren mensen je niet als lastig, maar hooguit als zoekend. 
Wij kunnen niet zonder onze klanten. Dat betekent dat we goed moeten weten wat we wel en wat we niet kunnen bieden, waar het te vinden is en dat een glimlach en een vriendelijke uitstraling zijn weerslag heeft. 

Het is kerst, de rijen staan tot ver in de winkel, maar de sfeer is goed. De vakkenvullers werken zich een slag in de rondte, ze begroeten me als altijd vriendelijk. Ik heb een pesthekel aan boodschappen doen met Kerst maar merk dat ik rustiger wordt. Iedereen heeft het druk, zit in hetzelfde schuitje.

Vrolijk kerstfeest, echt wel!

© Wilma van Esch

Geen opmerkingen:

Een reactie posten