Hij is vijf en vindt het
spannend. Zou graag willen vragen of juf hem wil helpen. Gewoon met kleine
dingetjes, zodat het wat makkelijker zou gaan in de klas. Maar hij durft het
niet. Ze lijkt altijd boos. Soms moet hij nodig plassen, maar weet niet zo goed
of hij wel of niet mag gaan. In de kring zeker niet, heeft ze gezegd. Soms
lijkt de kring al afgelopen, soms duurt het zo lang en dan gaat het mis. Dan kan
hij het niet meer ophouden. En dan wordt ze boos. Want in zijn broek plassen,
dat mag niet. Hij moet zeggen als hij naar de WC moet, dat weet hij toch. Geïrriteerd helpt ze hem
in een schone broek.
Hij is al groot, hij is een
oudste. Maar zo voelt hij zich niet. Met zijn ogen dicht, droomt hij haar
liever. Droomt hij haar dichtbij, droomt hij haar rustig vragend ‘Kan ik je
helpen?’
De bel gaat, de jas mag aan.
Buiten staat mama. Ze zucht: ‘Is het weer mis gegaan?’ Hij kijkt zijn moeder schuldbewust aan: 'Ja...'
© Wilma van Esch
Geen opmerkingen:
Een reactie posten