woensdag 27 november 2013

Waarom komt u eigenlijk? ~ Het tien minutengesprek

‘Waarom komt u eigenlijk op gesprek?’, vraagt de mentor van onze zoon op een late dinsdagavond. Die vraag komt vreemd binnen. Terwijl we gaan zitten, geef ik aan dat we graag horen hoe school naar ons kind kijkt. Zoonlief zelf wil niet meer mee. ‘Ze weten toch niets over mij te vertellen, behalve mijn punten, en die heb je gezien’.  Ik ben benieuwd naar de opmerkingen van docenten in de docentenvergadering. Er komt een lachje en een ongelovige blik; ‘Over kinderen die het goed doen hebben wij het niet. Stelt u zich voor dat we dáár ook nog over zouden moeten vergaderen. Dan zaten we er nu nog’. Ik doe een volgende poging: ‘Maar u heeft hem als mentor, wat valt u op in de klas’. Nou, niets dus. Ons kind doet het goed (Kijk, zijn punten!), hij is rustig, doet zijn werk. We doen allerlei pogingen, maar eigenlijk is de conclusie dat zoonlief gelijk had. We lopen naar buiten en zeggen voor de zoveelste keer tegen elkaar dat we niet naar ouderavonden moeten gaan. Het voegt niets toe.

Makkelijk om daar een column over te schrijven en mijn collega’s in het veld af te vallen. Maar hoe doen wij het, hoe doe ik dit? Tijdens de signaleringsvergaderingen passeren in een vlot tempo de problematische gevallen de revue. De rest wordt positief bevonden, we gaan gauw door. We zijn met veel collega’s, veel meningen. Tijdens de lunch passeren heel soms mooie verhalen over een student die iets bijzonders heeft gedaan, maar doorgaans worden studenten besproken waar het niet goed mee gaat. Afgelopen jaar stopte een studente die jarenlang bij ons gestudeerd had. Ze had een brief geschreven aan ons team, met als kern: ‘Jullie hebben me niet gezien’. Die kwam binnen, deed pijn. Uit de kwartaalevaluatie van studenten blijkt dat ze de sfeer plezierig vinden en positieve, zorgzame aandacht van docenten ervaren. Maar zien wij ze, herkennen wij talent en eigenheid? Ik denk na over grote campussen en hogescholen met honderden studenten. Hoe doen zij dat? Word je daar gezien? Is het nodig om gezien te worden?  

Het is niets nieuws: Ouderavonden waar leraren ouders niets te vertellen hebben, behalve de uitslagen van de toetsen. Omdat een kind het goed doet, leuk is, en gewoon lekker meedoet. Prima rapport, ga zo door! Is dit erg? Maak ik me onnodig druk? Wil ik graag bevestiging en aandacht, en vooral leuke anekdotes horen over mijn zoon, waaruit blijkt dat ze hem kennen en zien?

Gelukkig is er Magister, het magistrale systeem van waaruit ik thuis mee kan kijken. Twee keer is zijn telefoon in genomen, één keer was zijn huiswerk niet af  en hij is naar de dokter geweest. De punten zijn ge-update en goed bijgewerkt. Ach, wat zeur ik, het gaat goed. ‘Waarom komt u eigenlijk?’ De vraag ebt nog wat na, ik weet het eigenlijk ook niet meer. Sorry voor de storing...beetje dom van ons.

©Wilma van Esch

zondag 24 november 2013

Omdat we trots zijn

 Wilma, heb je even tijd voor ons?, vragen Aron en Robi. 2e jaars studenten. Doorgaans als ik die vraag krijg, is er iets aan de hand. Met een docent, met een stageplek, met een toetsing of beoordeling. Niet erg. Daar ben ik voor.

Pabo is een geweldige opleiding, als je de kansen pakt die op je pad komen. Ik gun basisschoolkinderen en ons werkveld dat ze geweldige leerkrachten krijgen, die ogen openen, die de wereld laten zien, die plezier laten ervaren en die kinderen laten ontdekken hoe geweldig het is om betrokken te zijn en in flow te raken. Daarom wilde ik op een pabo werken, omdat daar het zaad wordt geplant, omdat dat de broedplaats is van mooie mensen.  Maar lang niet alle studenten staan er zo in. Het is veel vinken in plaats van vonken. Ik merk dat het me soms frustreert: Wat voor een leerkracht word je, als je op deze wijze studeert.
Maar… vandaag komen er twee stralend binnenlopen, met een vraag. Een grote groep studenten is afgelopen jaar overgegaan naar het 2e jaar. We hebben een feestelijke P-uitreiking gehad, met trotse ouders en een terecht podium. In de zaal zaten 15 studenten die wél over waren, maar één OJW onderdeel nog niet gehaald hadden. Nu wel. De toets zit erop. En ze willen een P-uitreiking, met alle docenten, met hun ouders, omdat ze trots zijn. Nou graag! We gaan het vieren. De datum wordt geprikt, uitnodigingen verzonden, het team zal erbij zijn. En het programma, daar zorgen zij voor. Zij zijn trots, ik ben blij.
Het is niet wereldschokkend, het is maar een klein feestje, maar toch… we doen het samen!

©Wilma van Esch

woensdag 20 november 2013

Waar wil jij straks afstuderen, beste derdejaars?

Diversiteit en kiezen
Pabo Veghel wordt omringd door een rijke diversiteit aan opleidingsscholen. Op het moment dat onze derdejaars voornamelijk buiten de deur aan het studeren zijn, in de opleidingsminoren, worden de afstudeer-advertenties geplaatst. Op grond van gesprekken met studieloopbaanbegeleiders en vooral door ervaringen van medestudenten en eigen ervaringen in voorgaande jaren maken studenten hun keuze en schrijven een sollicitatiebrief.
In de gesprekken met besturen is het een terugkerend thema: Hoe bereiden jullie studenten voor op de oriëntatie op afstudeerplekken?  Samen met scholen is in het verleden al van alles geprobeerd, maar de optimale vorm hebben we nog niet gevonden.

Tijd voor iets nieuws
Tijd om iets nieuws uit te proberen. Onze huidige derdejaars groep is klein, het aanbod is groot. We streven natuurlijk naar de optimale match qua leeftijdsgroep, qua onderzoeksonderwerp, qua leeruitdaging en aanwinst voor het team.

In het lesprogramma van de derdejaars is eigenlijk nauwelijks ruimte voor een dergelijke oriëntatie. Een stimulans om zelf eens op onderzoek uit te gaan, werkt niet echt. Dus bedachten we met het faseteam van de 3e jaars het volgende: Een intensieve werkochtend, in op dat moment gevormde teams, met een aantal met elkaar geformuleerde vragen, uitmondend in een presentatie. Met als extra stimulans voor studenten: We bieden de presentaties aan de schoolbesturen aan, zodat zij feedback kunnen geven en een beeld  krijgen van hun zichtbaarheid en mogelijke beeldvorming door studenten. Met als opbrengst dat studenten bewuster en beter gaan kiezen en scholen na gaan denken over hun beeldvorming en advertenties.


Aan de slag

Plan een ochtend op een dag waarop de studenten eigenlijk geen les zouden hebben, voeg een onderwerp toe waar zij geen studiepunten voor krijgen, geef ze een docent die ze nooit hebben (ik dus) en nodig ze uit. Spannend in het HBO! Gelukkig, op twee na is de voltallige ploeg aanwezig.

In een half uurtje is het doel duidelijk, zijn de besturen op de kaart geduid, hebben studenten met elkaar gebrainstormd over de goede vragen en zijn de groepen verdeeld. Iedereen gaat aan de slag. Ik ben verrast door de betrokkenheid en focus die zichtbaar is in het werken. De groepen van 3 en 4 bevragen elkaar, onderzoeken, duiken vooral op internet en werken ruim anderhalf uur ononderbroken door. Ik heb vooraf aangegeven dat ik de hele ochtend in het lokaal zal zijn, voor vragen, om mee te denken etcetera. Ik ben niet veel nodig. Soms, om een contactpersoon te noemen, of een vindplek. Het valt me op dat er vooral voor internet onderzoek gekozen wordt. Bellen is kennelijk een stuk spannender. Ik hoor een student in gesprek met Edith van Montfort, bestuurder van SKBO Oss. Ik hoor studenten bot vangen bij een ander bestuur: Directeur en basisschoolcoaches staan voor de klas. Goed om te horen,  niet fijn voor het groepje, maar dat was het risico van zo'n bliksemonderzoek. De meeste studenten bellen niet, geven ook aan dat dat wel heel eng is. 

De vindplekken
De lucht is gevuld met opmerkingen. Alle besturen zijn kindgericht, hebben oog voor talent, vinden interactie en verbondenheid van belang. Passend onderwijs, betrokkenheid,  oog voor ICT, hoogbegaafdheid. ‘Hoe weet je nou of dat ook écht belangrijk gevonden wordt op een school?’, hoor ik studenten hardop vragen. Mooie vragen. Er wordt ook gekeken naar het toekomstperspectief: Hoe is de leeftijdsopbouw van een team? Waar heb je meer kans op een baan, omdat de grote, grijze golf binnenkort met pensioen gaat? Waar is groei, waar is krimp? Er wordt een groot verschil geconstateerd in de websites van besturen en scholen. Bij een enkel bestuur staat werkplekleren nadrukkelijk vermeld en geconcretiseerd. Deze informatie wordt gretig geknipt en geplakt. We gaan de afgesproken tijd niet halen, en starten een kwartiertje later met de presentaties.

De presentaties
Ik ben aangenaam verrast. De studenten presenteren de gevonden schatten. In Prezi, Prowise, Powerpoint en instagram. Ze hebben verschillende tools gevonden om te visualiseren. Kaarten in Google Maps, maar ook op andere manieren, met pinnetjes om de scholen te duiden. We bespreken vooraf waar we op zullen letten, omdat deze presentaties ook naar de besturen gestuurd gaan worden. Taalfouten, natuurlijk. Of het klopt, tja, hoe weet je dat? We besluiten alle presentaties naar alle besturen te sturen, met een korte toelichting en onze vragen. We nemen nog even de tijd om te perfectioneren. Het blijft een bliksemonderzoek. Het grote onderzoek zou nog kunnen beginnen, met interviews met huidige afstudeerders, met basisschoolcoaches, SLBers, bovenschools bestuurders. ‘Je bent blij he?’, vraagt één van de studenten aan mij. Ja, ik ben blij, met de opkomst, met de inzet, met de betrokkenheid en met de opbrengst.

Het zijn 7 hele verschillende presentaties. Sommige zeer informatief, sommige erg gericht op schoolniveau. Voor mij wordt zichtbaar welke besturen in hun uitingen aandacht hebben voor werkplekleren, voor schoolonderzoek, voor van en met elkaar leren. En ook welke besturen wel een heldere visie hebben, maar geen concretisering op hun internet uitingen. Voor mij wordt ook duidelijk dat de belangrijkste vindplek toch het internet is. Studenten zullen niet makkelijk gaan bellen en informeren.

De vragen
‘Zou je je nu al kunnen inschrijven voor de invallerspool?’, vraagt een student. Afgestudeerde oudstudenten die zich aanmelden voor de invallerspool komen bij sommige besturen nauwelijks aan de bak, omdat ze onderaan staan. ‘Stel dat ik me nu al aanmeld, zou ik dan straks hoger in de lijst staan?’, oppert deze student. Mooie vraag voor onze besturen: Hoe groot is de kans dat je mag invallen, straks na je afstuderen?
‘Hoe weten we of er een onderzoeksgroep is en hoe de begeleiding eruit ziet als je je afstudeerstage doet?’  Sommige besturen duiden dat helder, bij andere besturen is het minder zichtbaar.

En dan is het tijd…
De ochtend gaat sneller dan snel. Tassen worden ingepakt. Lang niet alle vragen zijn beantwoord. We spreken af de presentaties te verbeteren en over twee dagen te mailen. Dan gaan ze naar besturen. We kijken uit naar de reacties van besturen. Wat zullen zij vinden? Wat zullen zij willen aanvullen? Wat valt hen op?

Het is half 1, de ochtend is voorbij. Wat een mooie groep, wat een fijne energie op zo'n ochtend!

©Wilma van Esch – november 2013