Ik fiets voorbij en ben geraakt door haar gestalte
en uitstraling, zo alleen op die stoep. Wachtend op een auto, denk ik, want de
bussen komen aan de overkant. Zo verdrietig, zo in zichzelf gekeerd…
Ik stop nooit om te vragen wat er is, dat gaat me
niet aan. Ik kijk en fantaseer. Over verbroken relaties, nare ruzies, een
verslaving, een gedesillusioneerde dag, een zwaar leven. Al fietsend verzin ik
haar lotsmogelijkheden.
En ja: Misschien heeft ze gewoon hooikoorts en is
haar rugzak zwaar, of is ze moe van school, maar zo bedenk ik het niet. Ik bedenk tragiek,
eenzaamheid, verdriet.
Op wie zou ze wachten?
Mijn gemijmer wordt ruw opgeschrikt door een
toeterende auto. Ik reed al dromend te ver de rotonde op. Geïrriteerde blik van
de jongeman vanachter het stuur. Boze handbeweging. Iemand die zich aan mij
ergert. Mijn fantasie maakt een sprongetje van haar. Naar hem. Zou hij ooit
bedenken wat mooie, melancholische meisjes van ongeveer zeventien mee hebben
gemaakt? Wat zou hij bedenken, vanonder zijn petje, achter het stuur? Ouwe
muts, let toch eens op? Geen idee. Wat zou hij voor werk hebben, heeft ie al
een relatie? Waarom is hij zo fel?
Thuisgekomen. Koffie. Vraag me af; Zouden meer mensen zo fantaseren, of ben ik gewoon… eh… tja…?? Proost!
©Wilma van
Esch ~ Eindeloze fantast
Geen opmerkingen:
Een reactie posten