donderdag 29 juni 2017

Gezellig naar het terras - mama vindt jou niet lief!

Op het terras in het bos zitten twee gezinnen. Jonge gezinnen. Allebei een kind in de peuterleeftijd. Wij ploffen neer. Koffie!
Onwillekeurig ga ik vergelijken. Meisje aan de linkerzijde heeft een speelkleed op de grond liggen. Vol speelgoed, een boekje, een boot waar blokjes in en uit kunnen, een popje. Een tuitbeker met drinken. Genoeg te doen, maar ze wil weg. Iedere keer opnieuw. Moeder staat telkens op en plant haar terug, op het kleed. Trekt haar sokjes omhoog.
Jongetje rechts gaat op onderzoek uit. Hij struint een beetje rond. Er is veel ruimte, zand op de grond, een bankje om op en af te klimmen.
Moeder aan de linkerzijde probeert het meisje aan het spelen te krijgen. Het is best een benauwde dag, moeder en meisje lijken een beetje geïrriteerd, kijken broeierig. Vader kijkt op zijn telefoon.

Vader en moeder rechts zijn in gesprek met elkaar. Kijken af en toe naar de ontdekkingsreiziger die klautert, veel babbelt en vertelt, tegen niemand in het bijzonder. Zand voelt, en zijn territorium vergroot. Hij loopt steeds een stukje verder weg.
Het meisje kruipt opnieuw van haar kleedje af, moeder zet haar terug. Het eten wordt gebracht. Moeder neemt haar op schoot. Meisje wringt zich verhit uit de armen van haar moeder. En begint te huilen. 'Kinderstoel', vraagt de gedienstige ober. 'Ja fijn!', zeggen de ouders tegelijkertijd.

Meisje heeft al van het fenomeen planking gehoord. Gaat volledig gestrekt tegenwerken en is bijna niet in het stoeltje te proppen, maar moeder is sterker. Inmiddels bereikt het volume van het meisje het hele terras. Moeder sust, kijkt gegeneerd rond, zegt; 'Zo vind ik jou niet lief!' 'We gaan nu eten'.  Vader is inmiddels begonnen aan zijn bordje eten.
Het gekrijs wordt natuurlijk ook waargenomen door het jongetje. 'O', hoor ik hem zeggen. 'Meisje is verdrietig'. Hij kijkt haar kant op, zijn spel stopt. 'Ja, verdrietig', zegt vader en vraagt het jongetje aan tafel te komen. Dat is 'ie even nog niet van plan. Hij sjouwt richting bospad, waar grote boomstammen liggen die uitnodigen om erop te klimmen. De ouders zijn weer in gesprek en lijken niet te zien hoe snel hij kilometers maakt. O, toch wel. Vader loopt erheen en ziet hoe zijn zoon probeert op de boomstammen te komen. Rustig kijkt hij toe of het lukt, maar ze zijn wel erg hoog. 'Kom!' nodigt hij uit. 'We gaan eten'. Het jongetje loopt rustig mee, klimt op het bankje bij de tafel en pakt zijn glas. 'Meisje huilt', zegt hij. 'Ja, meisje huilt. Lust je tosti?'
De ouders links eten hun bordje leeg. Moeder praat voortdurend tussen de happen door. Hoorbaar voor het terras.  'Ben eens stil', 'Mama vindt jou niet leuk hoor!'. 'Wat zullen de mensen nu wel niet denken'. Het heeft geen zin. Ook de speeltjes die verhuizen van het kleed naar de kinderstoel worden aan de kant gekiept.

Onze koffie is op, wij gaan weer verder het bos in. En ik denk na. Over opvoeding en haar subtiliteit. Hoe alles er toe doet.  In iedere situatie. Zonder te willen oordelen over deze situatie, wat ik onwillekeurig door de observatie natuurlijk al doe. Aansluiten bij de behoefte van je kind, luisteren naar je eigen behoeften, soms gaat het moeiteloos, soms is het ingewikkeld. Soms ben je gestrest en creëer je met je allerbeste bedoelingen nog meer stress.
Waar ligt je aandacht, wat was je plan, wat heeft je kind nodig, wat kun en wil jij geven, hoe gaat het met je? Hoe gaat het met jullie?
Maar wat nagalmt is toch wel 'Mama vindt jou niet leuk, wat moeten de mensen wel niet denken'. Auw!


© Wilma van Esch

Geen opmerkingen:

Een reactie posten