Op bezoek in de kleutergroepen, zoals afgesproken. Ik word overweldigd door het geluid, de hoeveelheid kleuters, de materialen en hoeken en de indrukken die op me af komen. Dit bezoek is onderdeel van een uitgebreid scholingstraject, gericht op het verhogen van welbevinden en betrokkenheid van kinderen en leerkrachten. Mijn eerste gevoel is deze groep uit te lopen en terug te komen als het weer rustiger is, maar dat kan ik niet echt maken. Ik zoek een plek waar ik kan rondkijken en vind om de hoek een kring. Er zitten al een paar kinderen. ‘Hier mag je niet zitten hoor’, zegt een kind ‘pak maar even zelf een stoel, deze zijn voor onze kinderen’. Helder, doe ik.
Even later start de kring, de ochtendrituelen en het aanbod. Dertig kleuters, veelal jongsten, 35 minuten lang instructies, liedjes en aanbod. Mijn onrust neemt toe, die van de kinderen ook. Tijdens de werkles ervaar ik het overweldigende van deze hoeveelheid kleuters, het geluid en de activiteit. Alsof we met 170 km p.u. over de snelweg rijden, we vliegen nog net niet uit de bocht.
Dan gaan we opnieuw in de kring. Het licht gaat uit, dertig kinderen gaan zitten. Twee kinderen pakken een grote fruitmand, waarin stukken versgesneden fruit liggen. De leerkracht zegt niets, kinderen pakken een partje of pakken niets. De bak gaat opnieuw rond, nu zonder kinderen. Tien minuten volstrekte rust, iedereen zit lekker te eten, sommige kinderen zeggen zacht wat tegen de leerkracht, die zegt zacht wat terug. Ik voel me eindelijk rustig worden.
Waarom loopt een fruitkring zo fijn en een ochtendkring zo onrustig. Met deze vraag gaan we het onderzoek in. Wat doet de leerkracht anders? Wat doen de kinderen anders? Wat is er anders? Vanuit de kracht van de fruitkring (goed voorbereide omgeving (het fruit is voorgesneden) – eenduidige activiteit – betekenisvol – sfeervol – kort en bondig – weinig interventies of correcties van leerkracht – volop activiteit kinderen) gaan we naar de ochtendkring en bespreken we hoe zij daar de betrokkenheid kan verhogen. We doorlopen alle rituelen, afspraken, interventies en aanbodwensen van de leerkracht en de leerkracht bedenkt hoe zij in deze realiteit met 30 kleuters het zo goed mogelijk kan doen.
Het mooie van onderwijs is dat er iedere dag opnieuw weer een kans komt om je aanpak te verfijnen en iets anders uit te proberen. De kinderen zijn jouw graadmeter, die laten je direct merken of je wel of niet op het goede spoor zit. Ik ben benieuwd hoe en of het morgen anders gaat...
(c) Wilma van Esch
Wilma van Esch (1966) is projectleider van het expertisecentrum E.G.O. Nederland, eindredacteur van het tijdschrift Egoscoop en voorzitter van het docentennetwerk Jonge Kind. Zij verzorgt lezingen, tweedaagses, studiereizen, trainingen en workshops voor leerkrachten, schoolleiders en docenten HBO.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten