'Wil je meedoen juf? Wij zijn mama en
oma, maar we hebben nog geen kind. Wil jij kind zijn?' Ik leg mijn spullen weg
en loop mee naar de huishoek. Ik wil best een keertje kind zijn.
Oma en moeder kleden zich om, ik sta
een beetje te dralen in de huishoek en vraag aan 'mijn moeder': "Wat ik
zal doen?" Ze draait zich om en kijkt me boos aan. 'Naar je kamer, in je
bed', wijst ze met een priemende vinger. Ik schiet in de lach. 'En niet lachen,
mama is heel boos op jou'. Snel kruip ik op het matrasje, in de foetushouding
om mijn te lange benen niet al te veel over het matrasje heen te laten steken.
Ik kijk vragend omhoog. Moeder staat naast me en kijkt me doordringend aan. 'Slapen
kind', roept ze, 'ik wil niks meer van je horen!'. Ik houd me gedeisd. Moeder
en oma gaan aan tafel zitten. Ze gaan thee drinken en koekjes eten. Graag wil
ik meespelen, maar ik vrees dat dit mijn rol is, stilletjes in bed. En dat
blijkt ook zo te zijn. Moeder en oma beleven allerhande avonturen, keutelen
samen door het huis. En als ik durf op te staan hoor ik alleen een dreigend
"Uh!" en wijst een vinger me terug naar het matrasje.
Als de school uit is, loop ik mee naar
buiten. 'Mijn moeder' huppelt naar het muurtje, waar haar moeder en oma staan.
Die staan daar iedere dag. Oma woont bij moeder en 'mijn moeder' in huis.
En ik vraag me toch even af…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten