Dat betekent dat we met
elkaar goed na moeten denken over wat we aanbieden hier op de opleiding. Boeken,
films, ervaringen blijken veel dieper in te grijpen dan ooit op latere leeftijd
nog het geval zal zijn. Het fundament voor conceptueel denken, politiek
bewustzijn, cultuur en de behoefte om te veranderen wordt op deze leeftijd
gelegd. Maar dan moeten studenten wel de juiste mensen, de juiste plekken en de
juiste ervaringen tegenkomen.
Wij hebben dus een grote verantwoordelijkheid.
Deze studenten gaan het onderwijs van de toekomst vormgeven, zij gaan de toekomstige
maatschappij haar fundament geven. We weten niet precies hoe het eruit zal
komen te zien, maar wat ik zeker weet is dat zij veel meer nodig hebben dan
goed kunnen lezen of rekenen. Rekenen, Taal, Beroepsvaardigheden: Dat is
vakmanschap, dat zijn de tools en equipment die zij nodig hebben, maar dat is het
fundament. Zelfsturing hebben ze nodig, zelfvertrouwen, creativiteit. Weerbaarheid,
flexibiliteit en een grote mate van ondernemingszin. Meesterschap willen we
ontwikkelen, intuitie, urgentiebesef,
het afgestemd zijn met je omgeving. En vooral nieuwsgierigheid en de wil om voortdurend onderzoek doen, met elkaar, om verder te komen, om verbeteringen aan te brengen.
Dat betekent dat we hen in
aanraking moeten laten komen met de volle breedte van onderwijs en opvoeding. Dat
zij gedurende hun opleiding veel verder kijken dan de school in hun eigen dorp,
of een eenzijdige benadering van onderwijs. Gewoon om gevarieerde beelden te
krijgen van wat er in het onderwijs allemaal mogelijk is.
De ervaring leert dat de stageplekken
enorm vormend zijn bij onze studenten. Zoals ouders op een zekere leeftijd niet
tegen de juf op kunnen, kan een Pabo niet tegen de praktijk op. Studenten nemen
de praktijk als maatstaf. Dat betekent dat we kritisch moeten zijn naar de stageplekken
waar onze studenten hun praktijkervaring opdoen. Omdat mentoren rolmodellen
zijn, omdat hier de beelden woorden gevormd. Dus willen we alleen de beste
leerkrachten en scholen, als
praktijkplek. Niet de keuze voor: het is een grote klas en extra handen zijn
makkelijk, of we hebben in onze formatie een LIO-er nodig zodat we onze groepen
kunnen draaien, maar we moeten ons vooral
goed realiseren dat we met elkaar de juiste voedingsbodem creëren voor kwalitatief
goede leerkrachten.
We hebben elkaar hierbij
hard nodig, basisscholen, schoolbesturen, onderwijs- en opvoedingsgerelateerde
instanties. We kunnen dit alleen maar samen doen, vanuit eenzelfde intentie: een leven lang leren en goed onderwijs ontwikkelen en realiseren, met elkaar.Tot slot wil ik me graag nog richten tot onze studenten:
"Studenten, jullie vertegenwoordigen de 200
studenten die wij op dit moment mogen begeleiden. Dat wat wij je laten zien, is
niet de wereld. De wereld omvat veel meer dan wij je ooit kunnen laten zien. Ik wil
graag dat jullie beter worden dan wij ooit zijn geweest. Dat je deze vier jaar bij
ons benut om te ontdekken wie je zelf bent, wat je kunt en hoe geweldig het is
om met kinderen te mogen werken in een onderwijssetting. Dat is niet makkelijk,
daar zul je echt soms keihard je neus bij stoten, maar dat geeft niet. Dat is
onderdeel van leren. Jullie hebben de potentie om goede onderwijsplekken voor
kinderen te creëren waarvan wij niet eens beseffen dat het mogelijk is. Nodig
me over een jaar of tien uit op jouw school en laat me zien wat er allemaal mogelijk
is, waar ik nog niets van weet.
Wat vooral van belang is dat je leert kijken,
zonder direct te oordelen, dat je nieuwsgierig blijft, dat je je blijft
ontwikkelen. Dat je een hart voor onderwijs hebt, houdt van kinderen, van
ouders en van de bijzondere dynamiek waar je in mag werken. Dat je je rugzak
vult met wijsheid, met kennis, met ervaringen zodat je straks het goed
toegerust zelf kunt doen. Want geloof me: het is een fantastisch beroep, leerkracht basisonderwijs".
© Wilma van Esch, teamleider
FHKE Pabo Veghel
Pleidooi bij opening nieuwe locatie aan de Muntelaar 8 in Veghel