Studenten werkten enthousiast en betrokken aan de opdracht, waren geinspireerd door de praktijkbezoeken aan innovatieve werkplekken.
De docenten vertelden me nadien hun verbazing over de uitkomst. Ieder ontwerp was een klaslokaal van 4 muren, gevuld met 24 tafels en stoeltjes, een bord.
De ‘vernieuwende’ aspecten die ontworpen waren, waren een vaste kring (ontstaan in de jaren 70) en een aanrecht om te koken (ook al jaren in scholen aanwezig).
Doordat de docenten vragen stelden als ‘waarom deze vorm van lokaal’ ‘waarom nog een schoolbord’ ‘waarom 24 stoeltjes en tafeltjes’ terwijl er nu bijvoorbeeld al volop tablets zijn,
gebeurde er iets met de studenten. Maar toch: de belangrijkste conclusie van het gesprek was dat deze groep studenten verwachtte dat het eigenlijk niet zo heel anders er aan toe zal gaan, over twintig jaar.
Teleurstellend? Rustgevend? Ik weet het niet. Dit voorbeeld intrigeert mij enorm. Deze studenten gaan over 2 jaar fris en volle goede moed ons werkveld in.
Met de intentie het voor kinderen zo goed mogelijk te doen binnen het huidige systeem.
Wat wij onderwijsvernieuwingsscholen noemen, zijn scholen die verbeteringen en wijzigingen aanbrengen binnen het huidige systeem, binnen onze grenzen. Het onderwijsbeleid is ook niet erg bemoedigend op dit moment en daagt leerkrachten ook niet super uit om te gaan ontdekken en onderzoeken wat andere, betere vormen zijn. Eerst maar eens zorgen dat dit goed loopt...
En toch: Op de Pabo begint het wel. Daar zitten adolescenten tussen de 17 en 25 die onze toekomst met kinderen gaan inrichten. Daar zitten getalenteerde, creatieve geesten die veel meer mogelijkheden kunnen zien en veel meer lef hebben dan wij. Dat is een kenmerk van hun leeftijd. Kunnen en durven wij die potentie aan te boren?
Dat betekent dat we vanaf dag 1 vragen gaan stellen aan studenten. Hun aannames op de proef gaan stellen. Niets voor waar aannemen, maar hen telkens op een onderzoeksspoor zetten.
Vanaf dag 1 duidelijk maken: Ja, dit is hoe wij het doen, maar jullie bouwen aan de toekomst, waar zouden jullie het nog veel beter, veel krachtiger en veel wijzer dan ons kunnen doen?
Het hoeft niet zo groot, het zit hem ook in het kleine: Toen een student een zeer gedegen, inhoudelijk sterk werkstuk bij me inleverde, verbaasde ik me over de aannames die overal tussendoor stonden.
‘Maar de huidige generatie’ ‘Kinderen van tegenwoordig spelen anders’ ‘Ouders besteden ook minder aandacht...’ Met de Word-markeerstift heb ik alle aannames in haar document geel gemaakt. En het werkstuk teruggestuurd met de vraag: Is dat zo? Weet je zeker dat dat zo is? Hoe weet je dat zeker? Zodra je het kunt onderbouwen, mag je deze aannames plaatsen.
De student was natuurlijk niet blij, gezien de klus die zij geklaard had. Ze ging wat geïrriteerd terug naar haar stageplek. En ging kinderen bevragen en interviewen: Wat doen jullie na schooltijd, wat doen jullie op vakantie, wat doen jullie ouders met jullie? Vol verbazing kwam ze terug op de opleiding en vertelde haar medestudenten dat de kinderen van tegenwoordig nog steeds veel op veldjes spelen, nog steeds hun tijd heel verschillend doorbrengen na schooltijd. Ze was aangenaam verrast over de ondernemingszin van de kinderen en hun energie en speellust.
Dat is wat ik graag zou willen: Pabo docenten die beseffen deze nieuwe generatie van vitaal belang is voor onze samenleving. Die zich realiseren dat verandering en leren begint met kritische, onderzoekende houding, iedere dag, iedere les opnieuw. Die jou durven vragen: Is dat zo, docent? Weet je dat zeker? Hoe weet je dat zeker?
En dan hoop ik dat onze studenten ons versteld doen staan met een ontwerp van de school van de toekomst, waarvan wij de helft niet meer begrijpen en die zij ons vol vuur en passie uitleggen. Waarvan ze stukjes uit willen proberen in de stagescholen, en die ze mee vorm gaan geven als ze eindelijk de echte onderwijswereld ingaan. En wij gaan mee op hun spoor en leren met hen de onderwijswereld onderzoeken en wellicht verbeteren. In ieder geval onszelf...
(c) Wilma van Esch
Wilma van Esch (1966) is projectleider van het expertisecentrum E.G.O. Nederland, eindredacteur van het tijdschrift Egoscoop en voorzitter van het docentennetwerk Jonge Kind. Zij verzorgt lezingen, tweedaagses, studiereizen, trainingen en workshops voor leerkrachten, schoolleiders en docenten HBO.